A. verhalen 1-38

Verhalen 1 tot en met 38

1. DeKrant                                         Ben ik belangrijk genoeg?

2. Jaarwisseling                                Nieuwjaarswens

3. Sport                                                               Sportiviteit is belangrijk

4. bekende Nederlanders           Wat wil je echt van hun weten?

5. Schandalig                                     Wat vind ik nou?

6. Vergeving                                     Moet je alles blijven verwijten?

7. Pat                                                   Niet alleen een schaakterm

8. Eenzame beslissingen              Wie beslist er nu eigenlijk?

9. Koken                                             Hobbykok of niet

10. virus                                              Lastig niet alleen als ziekteverwekker

11. Sprookjes                                   Wie houd er niet van fabels?

12. Paprikachips                              Lekker?

13. Ontharingscreme                    Haar of geen haar dat is de vraag

14. Mantelzorg                                Wie zorgt er voor hen?

15. Lotgenoten                                Je hebt er echt wat aan

16. Worden we belazerd             Zijn bezuinigingen echt nodig?

17. Erfelijkheid                                 De wetenschap gaat verder. Moeten we daar blij mee zijn?

18. Elektrische deken                    Handig of niet

19. Ik Ben vandaag zo vrolijk      Vrolijk worden of zijn

20 Kruiwagens                                 Ze kunnen handig zijn maar is het ethisch?

21 Kijken wat er is                          Er is meer positiefs als je goed kijkt

22. Pijn 1                                             Pijn verdiend respect

23 De rode ferrari                           Een rolstoel is ook een top kar

24. Waarom moeilijk doen          Lui of gewoon verstandig?

25.Veerkracht                                  Je kan meer dan je denkt

 

26. Slapen en wakker                            Belevenissen slapend en wakker

27. Dodenherdenking                            Wat herdenken we eigenlijk

28. Gratis speech                                  Als je moet speechen is dit handig

29. Geloof                                            Wat is mijn geloof

30. Oranje                                            Oranje beleving

31. Simpel                                            Lijkt simpel maar is het dat ook

32. Ongeloof                                        Niets met geloof te maken

33. Praten met                                     Praten met of over

34. Mevrouw                                        10 Jaar mantelzorg voor deze dame

35. Ervaringsdeskundig                           Wat is dat precies een ervaringsdeskundige

36. Auth en All                                     Allochtonen en authochtonen wat zojn dat

37. Fietsongeluk                                   Gemeentelijke zorg na een ongeluk

38. Rome                                              Rome een religie3uze ervaring?

39. Corona                                            Corona een afschuwelijke ziekte en ik had het

 

 

1. De Krant

De kranten van vandaag staan vol met:                                                                                                                           Politiek, natuur rampen, sportuitslagen, advertenties, rouwadvertenties enzovoort. Aanbiedingen van vele artikelen. Contact advertenties. Columns. Noem maar op, en je vind het in de krant. Allemaal dingen, die mensen bezighouden.  Redacteuren en het publiek beoordelen of iets de moeite waard is.  Of omdat er geld voor betaald wordt.  Is dat nou allemaal belangrijk? Wil ik dat allemaal wel lezen? Soms wel, maar heel  vaak niet.

Waar staat, dat ik deze morgen wakker werd omdat ik een nachtmerrie had? . Waar staat dat ik  vanmorgen, nog moe was, en geen zin had om op te staan? Waar staat, dat ik deze morgen door de regen naar mijn werk ben gegaan? Waar staat, dat ik vanmorgen maar één kopje koffie en dat nog maar half, heb gedronken? Er staat ook niet in dat mijn zoon jarig is geweest. Er staat ook niet in dat ik zaterdag een vergadering heb van mijn vrijwilligers club. Dat ik in de middag een uurtje ben gaan dutten staat er ook al niet in. Dat ik me deze dag een aantal malen ongelukkig heb gevoeld en dat er ook hele leuke momenten zijn geweest is ook niet in de krant te vinden. Zoveel is met mij gebeurd vandaag.  Maar in de krant staat er niets over mij.

Waarom zou ik eigenlijk de moeite nemen om een krant te kopen. Gewoon weg gegooid geld. Wat ik op een dag doe is toch belangrijk. Iedereen zou er in geïnteresseerd moeten zijn.  Blijkbaar niet want anders zou de krant vol moeten staan met al mijn belevenissen. Mijn postbus zou vol stromen met brieven van mensen die zich betrokken voelen bij mij. Ik zou honderden giften op mijn bankrekening ontvangen. Er zouden fanclubs opgericht worden. Televisie programma’s zouden me uitnodigen om te verschijnen. Schrijvers zouden mijn autobiografie willen schrijven. Mijn belevenissen zouden gespreksonderwerp zijn in sportkantines en tijdens feestjes. Mijn foto’s zouden op billboards langs de weg verschijnen.

En dat allemaal omdat ik niet in de krant sta.

Maar ja. Ik zit in mijn skuul veilig. Lekker rustig na te denken en te kijken wat er allemaal buiten gebeurd. Wil  ik dan wel in de krant? Nee .Ik zit veilig in mijn skuul belangrijk te wezen zonder dat iemand het weet. Eigenlijk vind ik dat wel best, lekker rustig en veilig. Niemand hoeft echt te weten hoe belangrijk ik ben.

Ik, weet het,  en dat is het belangrijkste.

2. Jaarwisseling?

 

Het is al weer bijna zo ver. Het nieuwe jaar breekt weer aan. Wat stelt dat nu eigenlijk voor een Jaarwisseling.

Iedereen wenst elkaar gelukkig nieuw jaar. Leuk maar wat gebeurt er in het nieuwe jaar?

Wat anders dan het vorige jaar? Natuurlijk er zijn wat veranderingen. Op het gebied van de zorg, verzekeringen,belastingen, bestuursrecht, en wat al te meer. Gelukkig, staan deze veranderingen, wel in de eerste kranten van 2014, of waren al langer bekend. Wat deze veranderingen met zich meebrengen merken we wel (of als je pech hebt te laat).

Ook dat zogenaamde afsluiten van het oude jaar. Wat is dat dan precies. Gooi je de deur van het vorige jaar dicht en vergeet je alles wat er gebeurd is. Laat je alles achter?

Van het oude, het verleden, kun je leren. Je neemt het mee. Het zal altijd een onderdeel blijven van je totale bestaan.

Wat komt, weet je nooit zeker. Wat komt, heb je niet altijd in de hand. Stil staan bij het morgen is nutteloos want je weet niet wie je morgen bent, waar je morgen bent en wat er gebeuren zal.

Als wat geweest is, en komen zal, niet zo interessant is

Wat blijft er dan over. Juist het nu.

Het belangrijkste is het nu. Dit moment. Deze seconde. Dat is wat je aan het beleven bent. Dat is waar je nu mee om gaat.

Daarom wens ik alle vrienden familie bekenden en onbekenden

Gelukkig NU

 

Peter

3. Sport

Volgens het woordenboek van Van Dale betekent sport:                                                                                  Allerlei lichamelijke oefeningen en ontspanning waar bij vaardigheid, kracht en inzicht vereist worden.  In principe is elke beweging die je verantwoord maakt, dus sport.  Nu is elke beweging niet erg interessant om naar te kijken. Toch is “sport”in het dagelijkse leven onmisbaar. Zonder de “sport”waren we niet in staat te lopen, ons te wassen, voeding tot ons te nemen of andere  algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)te doen.

Sommige mensen zijn in staat al die “sport”activiteiten op een bijzondere wijze te verrichten. Ze lopen sneller, ze kunnen hun spieren net wat beter gebruiken dan anderen. Dat gaat niet zo maar. Daarvoor moeten ze trainen. Telkens weer hun bewegingen perfectioneren. Ze sneller maken, sterker maken. Vaak helpen gewone trainingen niet voldoende. Ze huren daarvoor specialisten in die hun aanwijzingen geven hoe het nog beter nog sneller kan. Zelfs dat, is nog niet genoeg. Ze passen hun leef en eetgewoonten aan. Ze leven alleen nog maar voor de “sport”en voor iets anders is er nauwelijks plaats. Om tot de aller besten te horen is dat ook nog niet genoeg. Ze gaan medicijnen gebruiken die al dan niet op de lijsten staan van de verboden middelen. En dan is het voor die enkele mensen die het allemaal zo goed lukt  zover. Ze komen op de televisie, staan in de kranten, komen op de radio en kunnen met hun prestaties geld verdienen. En dan worden ze bekeken door miljoenen mensen die met bewondering en afgunst kijken hoe goed ze lichamelijke oefeningen ontspanning met behulp van vaardigheden kracht en inzicht verrichten. Als het daar bij bleef dan was er niet zoveel aan de hand. Maar helaas gaat er iets anders meespelen, Namelijk het meeste geld en prestige er mee verdienen. Dan komen er zaken bij als onsportiviteit en vals spelen . Zien hoe mensen worden gehinderd, bewust pootje haken, of nog erger iemand pijn doen. En dat allemaal om te winnen. Het kijken naar een voetbalwedstrijd lijkt meer op een oorlog dan een aanschouwelijk onderricht in beweging. Toch worden deze “sporters``toegejuicht, en bewonderd. De komende Olympische spelen zullen door miljarden mensen worden bekeken. Dat het allemaal miljarden euro´s kost terwijl er mensen in het land waar de spelen georganiseerd worden, mensen creperen van de honger en waar mensen vervolgd worden om hun geloof of geaardheid is blijkbaar niet erg interessant. Ik vind het zelf ook wel leuk om naar een aantal sporten te kijken maar ik blijf er een wrange smaak van in mijn mond houden.

 Toch zijn er uitzonderingen. Er is ook zo iets als gezonde ”sport”. Ik was een tijdje geleden bij een wedstrijd van Only Friends een club voor gehandicapte sporters. Ik was bij rolstoel hockey. Er stond een jongeman in zijn rolstoel voor het doel. Hij had de capaciteiten niet, om veel meer te doen dan enkel voor dat doel te staan. Hij bewoog niet ,maar met al zijn energie stond hij daar, zijn blik op het balletje te houden, om vooral niet weg te rijden. Met al zijn lichamelijke oefeningen en ontspanning waar hij al zijn vaardigheden, kracht en inzicht gebruikte,  maakte hij het moeilijk om het balletje in het doel  te krijgen. Elke keer als er een balletje tegen zijn rolstoel aan ketste ging er een gejuich op. Omstanders stonde te gillen als er weer een balletje werd tegen gehouden. De jongeman glunderde. Hij straalde! Dat is de sport waar ik bewondering voor heb. Dat is pas topsport!!!!!!!!

 

4. Bekende Nederlanders

Sommige mensen worden door hun baan, hun zangtalenten, hun acteerprestaties, of andere manieren beroemd in Nederland. Ze worden BNers (Bekende Nederlanders). Hun foto’s verschijnen in kranten en in roddelbladen. Ze worden gevraagd winkels te openen, en verschijnen op televisie. Dat allemaal vanwege hun prestaties? Nee, hun prestaties zijn niet  alleen belangrijk. Om die redenen worden ze niet alleen beroemd. Nee hun BNers schap bereiken ze doordat gewone Nederlanders hen schijnen te kennen. Ze worden op straat herkend, er wordt over hen gesproken. Ze worden gevraagd doordat ze  bekend zijn, om  mee te werken aan reclamespotjes, of om te verschijnen in allerlei programma’s op de televisie. Acteurs, presentatoren doen mee aan spelletjes als “Wie is de mol” of “Expeditie Robinson” , schrijvers treden op in diverse praatprogramma’s. Blijkbaar hebben zij een toegevoegde waarde. Programma’s worden dan beter bekeken en dat levert kijkcijfers op. Die zijn dan weer nodig om de advertentie gelden binnen te halen. Dat BNers op allerlei manieren in de publiciteit komen is gekoppeld aan hun bekendheid. Niet aan hun kwaliteiten. Heeft een acteur,presentator,zanger of een sporter zoveel te vertellen, dat iedereen daar wat aan heeft? Zijn ze dan zoveel deskundiger dan een goed opgeleide of ervaringsdeskundige onbekende Nederlander? Ik denk van niet. En dan zijn er nog de politici. Afhankelijk van het aantal keren dat ze op televisie komen worden ook zij bekende Nederlanders.  Over bekende Nederlanders wordt veel geschreven. Hun privé leven komt in de openbaarheid. We weten alles van hen. Met wie ze uit gaan met wie ze relaties hebben of met wie ze een hotelkamer delen. Over hun geaardheid al dan niet net uit de kast gekomen, weten we ook alles van. Bij wie ze boodschappen doen, al  is dat misschien alleen op een reclame filmpje, weten we ook al. Welk merk badschuim, welk parfum ze gebruiken of welke auto ze rijden, alles wordt breed uit gemeten in de media. Is dat nou echt zo interessant?  Want wat is nu echt belangrijk? Ik ben geïnteresseerd in mensen , niet zo zeer wat ze doen maar wat ze zijn. Het zijn aparte Nederlanders, speciale mensen. Wat maakt hun anders? Interessanter is waarin ze op ons ”gewone” mensen lijken. Waarom wordt er niets gepubliceerd van de BNers over wat voor soort wc papier ze gebruiken. Ik zelf gebruik van dat goedkope papier. Dat merkloze artikel wat je in de supermarkten vind. Dat grijze gerecyclede papier. Niet te hard niet te zacht. Goed absorberend. Met van die handige voorgeperforeerde stukjes die makkelijk afscheurbaar zijn. Ook gebruik ik van die goedkope lotiondoekjes. Eigenlijk bedoeld voor baby’s maar voor mij goed genoeg. Ik houd er schone billetjes aan over. Op de wc gebruik ik af en toe wat luchtverfrisser. De goedkoopste, meestal lavendelgeur. Vlak na de zomer hangt er een bosje lavendel. Vers uit eigen tuin en heerlijk geurend. Wat zouden die BNers gebruiken? Dat vind ik veel  leuker om te weten. Het zegt meer over hun echte leven. Daar wordt niet over gesproken. Misschien is het omdat mensen liever praten over hun zogenaamde privé leven dan dat ze praten over hun intieme gedrag op de wc? Welk papiertje gebruikt Gerard Joling, Barbara Barend, Mark Rutte, Simone Kleinsma noem maar op? Zouden ze ook van die makkelijk afscheurbare papiertjes gebruiken zoals ik. Wie het weet mag het me komen vertellen.

5. Schandalig

Schandalig is een woord dat ik niet zo makkelijk gebruik. Het is een uitdrukking die veel meer inhoud dan een irritatie of iets ergerlijks. Het gaat veel verder. Het is een veroordeling, Een ultieme vorm van afkeuring. Het gaat dan niet alleen maar om mezelf maar het is een veroordeling namens de hele samenleving. Nu kan ik dat niet zo maar doen. Hoe kan ik iets veroordelen namens een hele samenleving? Eigenlijk kan ik dat niet. Wat de een schandalig vind kan een ander wel volkomen normaal of aanvaardbaar vinden. Zo is het sommige culturen schandalig als vrouwen in een kort rokje rondlopen. In andere culturen worden  mannen ondergeschikt aan de vrouw geacht. Als ik dus iets schandalig vind dan mag dat wel, maar ik moet oppassen, dat erg hard te roepen, omdat ik daarmee andere mensen misschien beledig. Schandalig is dus een subjectief begrip. Je zou dat soort woorden eigenlijk niet in de mond moeten nemen. Toch gebeurt dat wel. Religieuze extremisten zowel christelijke als islamitische roepen het. Ouders roepen het tegen hun kinderen. Politici roepen het in de kamer. Niemand realiseert zich altijd wat het woord schandalig eigenlijk betekent. Met het woord schandalig veroordeel je mensen om hun mening, om hun gedrag, en dat doe je als fatsoenlijk mens niet, als je respect hebt voor ieder mens ongeacht geloof, politieke overtuiging, geaardheid, of levenshouding. Ook de manier waarop schandalig gebruikt word is zeer bepalend. Als je zegt” Ik vind dat schandalig” laat je ruimte voor anderen om daar anders over te denken. Als je zeg dat “Is schandalig” laat je die ruimte niet.

Toch maak ik in sommige gevallen een uitzondering en roep gewoon; DAT IS SCHANDALIG.  Dat doe ik zonder rekening te houden met wie en wat dan ook. Ik doe dat  dan luidkeels en op zo’n manier dat zoveel  mogelijk mensen het horen.

Zo vind ik het schandalig dat door de bezuinigingen juist mensen getroffen worden die het toch al moeilijk hebben. Ik heb het over gehandicapten, zorgbehoeftige mensen, bijstandgerechtigden die buiten hun schuld in een dergelijke uitkering gekomen zijn. Ik heb het over de minder koopkrachtige ouderen. Kortom dat vind ik dus schandalig. Natuurlijk zijn er mensen die vinden dat juist daar best wel bezuinigd kan worden, want de economie gaat slecht.

Gek genoeg zijn het altijd de mensen die het zelf goed hebben. Die gezond zijn. Die een goed inkomen hebben. Het zijn die mensen die dat roepen.

Kijk:  En dat vind ik nou schandalig. Ik vind dat Aanstotelijk, Erg, Ergerlijk zelfs en  In hoge mate irritant. Ik vind dat Infaam, Misdadig, Mensonterend. Verfoeilijk. Ik schreeuw dat uit.

Het IS SCHANDALIG  !!!

 

6. Vergeven

Vergeven en vergeven worden

In een deel van mijn  leven ben ik beschadigd geraakt door mensen. Ze hebben me emotioneel en fysiek mishandeld. Hierdoor heb ik veel problemen gehad. Ik was lange tijd ongelukkig en had weinig tot geen zelfvertrouwen. Ik heb die mensen daarvoor gehaat. Die haat bracht me niets verder. Pas toen ik ging werken aan mezelf en de kracht vond om mijn eigen leven in handen te nemen, zag mijn leven er positiever uit. Ik kon het in perspectief zien. Ik zal nooit vergeten wat ze me aangedaan hadden maar de haat heb ik los gelaten. Ik had geleerd dat ik zelf met die pijn moest leren te leven. Die haat verteerde me, en dat hielp me niet. De meeste mensen heb ik dan ook vergeven. Ik weet zeker dat ik sommige mensen daarmee geholpen heb om hun fouten te verwerken. Al vrees ik dat het sommige mensen geen zier kon schelen.

Ook ik, heb door allerlei problemen, een periode alleen voor mezelf geleefd. Ik heb in die tijd veel mensen pijn gedaan. Niet fysiek maar wel degelijk emotioneel. Ik heb mensen tekort gedaan en in de steek gelaten. Ik kan dat niet terugdraaien hoe graag ik ook zou willen. Ik moet met die schuld leven. Ik probeer die fouten niet opnieuw te maken en heb mijn leven om gegooid. Op die manier hoop ik te bewijzen dat ik geleerd heb van mijn fouten. Gelukkig hebben de meeste mensen mij vergeven al weet ik zeker dat ze het nooit zullen vergeten. Ook  wil ik me blijven herinneren wat ik gedaan heb omdat ik daardoor bewuster ben van mijn leerproces die fouten niet meer te maken. Dat ze me vergeven hebben heeft me geholpen omdat de schuld die ik bij me droeg  daardoor draaglijker werd.

En misschien wel net zo belangrijk! Het vergeven van jezelf. Want alleen dan geef je jezelf de ruimte om fouten te mogen maken. Maar er van te leren  en ze niet meer te maken. Schuld en boete heeft zijn nut. Je wordt je bewust van je fouten. Bij je fouten stil blijven staan is destructief. Hoe lastig het is, je moet je fouten achter je laten, en er van leren. Jezelf straffen of gestraft worden door anderen kan niet je leven lang voortduren. Er moet een moment komen van opnieuw beginnen. Dat heb je echter niet altijd in de hand. Daarvoor is vergeving nodig van jezelf, door anderen.

In het gebed Het Onze Vader  een gebed in de katholieke kerk staat het mooi: “Vergeef ons onze zonden zoals wij ook anderen hun zonden vergeven”   Vergeven en vergeven worden is belangrijk om in deze samenleving te kunnen functioneren. Het is een plicht hoe moeilijk ook, naar je medemens toe.

Dit betekent vergeven voor mij. Ik begrijp dat vergeven soms onmogelijk is  omdat de wonden te diep geslagen zijn.  Daar heb ik begrip voor. Ik heb er ook moeite mee om sommige mensen te vergeven. Maar vergeven betekent niet;  vergeten. En niemand is verplicht om mensen die je pijn hebben gedaan te blijven ontmoeten of ze te vergeven. Maar haat geneest nooit. Het maakt je verbittert. Ik kies voor het vergeven. Dat doe ik in mijn eigen belang.

7. Pat

Het leven is vaak een groot strijdtoneel. Voor alles wordt gevochten. Voor land, voor eigendommen, voor religieuze overtuigingen, of gewoon voor geld.  Je moet vaak vechten voor je rechten. Zelfs in een “beschaafd” Nederland krijg je niets voor niets. Heb je recht op een uitkering, of een andere voorziening dan moet je eindeloze stapels papier invullen. Die worden dan weer beoordeeld en dat dan ook eens vaak door mensen die er weinig verstand van hebben. Je kunt dan bezwaar aantekenen. Ook dat gaat weer gepaard met allerlei paperassen. Als je geluk hebt krijg je dan een paar weken later te horen dat je gelijk hebt en krijg je iets waar je allang recht op had. Dat strijden maakt je moe. Zo hebben wij na een strijd van drie jaar tegen de gemeente tenslotte een rolstoelbusje gekregen. Wij hadden dat ding echt nodig. We hadden er conform de wettelijke, en gemeentelijke bepalingen gewoon recht op. Waarom gaat dat niet vanzelf. Waarom moet je er altijd strijd voor leveren. Dat strijden voor je gelijk,  gaat ook op in onderhandelingen over loon of arbeidsvoorwaarden. Zelf in het klein als het gaat om gesprekken over de prijs van artikelen. Een slimme “strijder”behaalt kortingen die je normaal nooit krijgt. En natuurlijk strijd je om te winnen. Verliezen wil je niet. Dat gaat  ook op in de sport. Iedereen wil winnen. Of je nu in een ploeg speelt of als individu in een wedstrijd speelt dan wil je winnen. Je gaat de strijd aan. Iedereen lijkt alleen maar te strijden. Op het trottoir gaat niemand opzij totdat het niet anders kan. Wie is de beste werknemer, wie is de beste politicus, wie haalt de meeste stemmen. Iedereen wil alleen maar winnen. Alweer die strijd.

En dan heb je de verliezers. Zij die altijd als laatste gekozen worden, die als eerste hun baan verliezen. Die nooit de juiste man of vrouw krijgen. Altijd tweede worden. Degene die toestaat dat anderen voordringen bij de kassa, die onheus bejegend worden op straat, in de kroeg, bij de balie van de gemeente. Het zijn de mensen die altijd in de problemen komen. Niet omdat ze nooit hun best doen om te winnen maar omdat ze de pech hebben nooit te winnen. Zij verliezen elke keer weer de strijd.

Soms ben ik dat strijden zat, maar verliezen wil ik ook niet. Er is een alternatief. Ze noemen dat in schaaktermen PAT. Remise. Je hebt er voor gestreden maar je hebt niet gewonnen en  ook niet verloren. De tegenpartij is niet in staat geweest je te verslaan. Maar aan de andere kant heb je ook niet kunnen winnen van je tegenstander. Er zijn geen winnaars en geen verliezers. Dat vind ik niet leuk maar het geeft ook lucht. Het brengt even ruimte en een pauze in de strijd. Die pauze kan ik gebruiken om energie op te doen. Ook kan ik me beter voorbereiden op de nieuwe strijd en dan om wel te winnen. En toch is daar weer die strijd. Strijden is niet mijn hobby al lijkt het wel eens daar op. Eigenlijk wil ik niet strijden maar voel me daar toe gedwongen. Niet alleen voor mezelf maar ook voor naasten en mensen voor wie ik het wil opnemen. Tsja……………

Moe van het strijden, is Pat een tussen oplossing. Pat is een goed excuus om even niet te strijden en de gelegenheid te krijgen, even tevreden te zijn met wat je hebt en dat te koesteren

8. Eenzame beslissingen

 

In het leven moeten elke dag elke week beslissingen genomen worden. Deze beslissingen maak je alleen in alle eenzaamheid. Dat klinkt allemaal wel erg depressief. Maar is het dat ook?

Alle belangrijke beslissingen neem je alleen. Ik heb het over beslissingen die jezelf betreffen, zaken waar je verantwoordelijk voor bent. Zaken als hoe sta ik in het leven en wat wil ik er mee doen..

Natuurlijk er zijn wel mensen die je helpen kunnen. Boeken die je kunt lezen. Deskundigen die je kunt raadplegen. Ervaringsdeskundigen vragen.  Toch ben jij degene die de beslissingen moet nemen.

Beslissingen neem je dagelijks. De hele eenvoudige; zoals ga ik uit bed, of blijf ik liggen. Eet ik een boterham met pindakaas of met jam? Trek ik de zwarte broek aan of de bruine. Noem maar op.

Ook neem je vaak iets belangrijkere beslissingen. Zoals; ga ik werken of niet. Luister ik naar de baas? Zeg ik wel of niet goedendag aan de collega waar je een hekel aan hebt.

En dan zijn er de beslissingen die meer gevolgen kunnen hebben. Voor je baan, je gezondheid je gezinsleven en je hele toekomst.

Kortom er zijn heel wat beslissingen die genomen moeten worden. Soms heb je er tijd voor, om die beslissing te nemen, maar soms moet je heel snel zijn. De gevolgen van zo’n beslissing overzie je vaak niet, maar je moet wel. En een snelle beslissing nemen heeft lang niet altijd positieve resultaten.

Grote beslissingen over ons gezin neem ik altijd samen met mijn vrouw. We delen dan de verantwoordelijkheid. Ook daarin moet ik een eigen individuele beslissing nemen. Sta ik achter een gezamenlijk besluit of niet.

Maar wil ik dan dat anderen de beslissingen voor mij nemen. Nee , dat is wat je het recht op zelfbeschikking noemt. Je hebt het recht om zelf je keuzes in het leven te maken. Dat is een grondrecht. Ook houdt het een verantwoordelijkheid in. Dat het niet altijd makkelijk is, mag dan wel eens vervelend en eenzaam zijn, maar dat zijn nu eenmaal de consequenties.

 

Is er dan een alternatief?

Geen beslissingen nemen, en blijven twijfelen. Twijfelen doe je ook in eenzaamheid, en bied geen perspectieven. Bovendien kost het je heel veel tijd, zorgen en slapeloze nachten.  Kortom beslissingen nemen blijft wel eens lastig. Wil ik dan die keuze vrijheid niet. Dat er geen beslissingen nodig zijn omdat ze voor je genomen worden? Soms gebeurt dat ook als je lang genoeg wacht. Al dan niet juridische bijstand nemen blijkt later niet nodig omdat de tegenpartij zich terug trekt. Een vriend verdwijnt voordat je excuses hebt kunnen aanbieden. Je bent je baan kwijt voordat je andere mogelijkheden onderzocht hebt, en ga zo maar door.

 

Nee beslissingen moeten gewoon genomen worden, ook al doe je dat in eenzaamheid. Ik ben niet blij met die eenzaamheid maar ben wel blij dat ik zelf beslissingen wil en kan nemen.

 

9. Koken

Tijden veranderen. Waar je vroeger in de keuken stond om het eten te bereiden, wordt het eten tegenwoordig volgens alle regels  culinair bereid. Sinds de opkomst van de vele televisieprogramma’s over koken wordt er niet meer een eitje gebakken, of de aardappels gekookt maar gebeurd dit op nieuwe manieren. Voor hen die natuurlijk alles al weten over dit specialisme beschrijf ik mijn Masterchef ervaringen in mijn eigen keuken.

Het was haasten maar binnen de drie uur had ik alle boodschappen in huis en was net op tijd om de deur voor mijn gasten open te doen. Na ze allemaal van een drankje voorzien te hebben verdween ik in de keuken. Nadat ik de corail verwijderd en apart gelegd had voor een volgende keer, geconcasseerd had, en wat Court bouillional in de pan gedaan heb, de  duxelles op een schaaltje klaar gezet had, kon de bisque bijna op het vuur. De crustacea even afgespoeld en gefruit. Zo alles gereed voor het volgende gerecht. Natuurlijk heb ik even geïnformeerd of niemand last zal krijgen van tromyosine. Nadat mijn gasten twee uur hadden genoten van achtergrond muziek en werden bezig gehouden door mijn vrouw en kinderen  konden we genieten. Jammer genoeg konden mijn gasten de textuur van de bisque niet optimaal waarderen.

Ik ging terug naar de keuken.                                                                                                                                             Ik had de cerf al verstorven van de week, dus ik verder. De farce klaargezet, kon ik beginnen met de fleurons in de oven te zetten. Een beetje fumet had ik nog over van de vorige dag. en kon ik gebruiken om te blussen. De lardons in de pan en daarin de cerf  na het pareren, gesauteerd. Zo nu kon ik verder met de saus. Met de parures de fond aangemaakt en alles bij elkaar gedaan. Lekker even laten pruttelen samen met de duxelles en ik kon verder. De fleurons konden uit de oven en dat is ook weer klaar. Het opdienen was zo klaar. De borden konden uit de rechaud en ik kon opmaken. De cerf samen met de jullienne en de haricovert, samen met de fleurons die ik nog even had gedoreerd, lagen er gekleurd bij. Samen met de parentier was het klaar en konden we na anderhalf uur eten. De gasten moesten ondertussen door mijn vrouw uit de tuin geplukt worden waar ze al rokend en drinkend hun ongeduld probeerden te bewaren. De gasten waren niet allemaal blij. Ze vonden het vlees ietwat aan de droge kant en vonden dat er te weinig saus bij was. Ook was weer de textuur niet helemaal geweldig. Maar goed. Tien minuten later ging ik weer naar de keuken voor het nagerecht.                                                                              

 Ik had besloten mijn gasten te verrassen met een simpele montmorency gebruik makend van de primeurs die ik bij mijn marchand de légumes verkreeg. het napperen van de  marceren  room en de tartelles gevuld met rode bessen en frambozen samen met de la glace a base de jus de fraises was mijn dessert compleet. Mijn gasten waren in de afgelopen drie uur in slaap gevallen op de bank. Mijn vrouw was al naar bed gegaan en mijn kinderen lagen allang te slapen. Ze waren blij dat ik ze wakker maakte en met zichtbaar ongenoegen zette ze zich aan tafel en werkte zo snel mogelijk hun dessert weg. Om 200 uur was de laatste gast vertrokken en de kaboutertjes hadden de troep al opgeruimd.

Het was een inspirerende Masterchef Peter geweest.

Volgende week eet ik weer gewoon vissoep met een hertebiefstukje en een toetje van aardbeienijs met kersen. Dat kan makkelijk in een uurtje klaargemaakt worden dan heb ik nog wat aan mijn avond

 

10 Virus

Lastig die virussen. Ze zijn lastig te beschrijven, en te bestrijden. Ze kunnen ook overal zitten en vandaan komen.

Afgelopen vrijdag ochtend ; Na een kopje koffie zet ik mijn computer aan. Na geduldig af te wachten tot hij opgestart is, en dat duurt even want het is geen snelle,wil ik mijn mail openen. Tot mijn irritatie opent mijn mail niet maar start Google earth. Geïrriteerd druk ik het weg en probeer het opnieuw. Nu start Word op en ik begin boos te worden. Mijn hoofd begint wat pijn te doen, en mijn neus zit verstopt. Met een zucht start ik de computer opnieuw op. Misschien een virus? Gebeurt wel vaker dit soort gedoe dus ik maak me niet druk. Ik loop naar de kast pak een zakdoek, snuit eens flink. Dat lucht nauwelijks op maar met een kopje koffie erbij moet het lukken. Ik ga weer voor de computer zitten en zie dat de icoontjes wazig zijn. Ik begin nu echt te balen. Verdorie ik heb een deadline voor mijn verhalenreeks en dit schiet niet op. Gefrustreerd start ik de computer opnieuw op. Ik loop naar de keuken maar verlies bijna mijn evenwicht door de duizeligheid. Kom op Peter zit je niet op te winden het komt zo wel goed zeg ik tegen mezelf. Met nieuwe koffie loop ik terug naar mijn computer en zie dat alles weer helder is. Zie je wel niets aan de hand denk ik en start opnieuw mijn mail op. Mijn inbox is nu zichtbaar maar de lettertekens draaien als gekken in het rond. Nog steeds proberend mijn kalmte te bewaren start ik mijn antivirus programma op. Dat moet werken. Gelukkig start het op want ik zie wat bekende symbolen langs komen op het scherm. Dat duurt een eeuwigheid want zoals gezegd die computer van mij is niet snel. Als het inderdaad een virus is wie heeft dit mij dan aangedaan? Ik baal van die mensen die voor de lol of voor winstbejag ongevraagd mensen met een virus besmetten. Ik wil gewoon veilig aan mijn veredelde typemachine werken zonder met dat soort dingen lastig gevallen worden. Ik ben altijd voorzichtig met het openen van mails en ik open nooit sites waarvan ik niet weet of ze veilig zijn. Ik snapte er niets van. Mijn hoofd begint te tollen. Plotseling krijg ik hevige krampen in mijn buik en rende snel wankelend naar de wc. Net op tijd ontlast ik me. Verdomme ook dat nog. Na alles goed schoongemaakt te hebben wandel ik terug naar mijn computer en zie dat alles weer normaal lijkt. Voorzichtig en met gekruiste vingers open ik mijn mail. Het eerste bericht trekt onmiddellijk mijn aandacht. Het is een mailtje van een goede vriend met wie ik zelfgeschreven verhalen uitwissel. Nog steeds met gekruiste vingers begin ik te lezen. Willem heeft griep en kan vandaag geen verhaal schrijven. Hij heeft griep. plotseling begint het me te dagen. Hoofdpijn, diaree, duizeligheid, ik heb griep.

Ook dat is een virus. Met een zucht sluit ik mijn computer af en kleed me uit. Ik ga weer naar bed en ga lekker uitzieken. Gelukkig geen computer virus. Maar welke onverlaat heeft me met dit griep virus opgezadeld? Ik heb me die dag bezig gehouden met de dader te zoeken maar niemand gevonden. Later heb ik nog eens op internet gezocht naar het griep virus en las dat het ook door de lucht overdraagbaar is. Dus niemand  kan ik de schuld geven. Net voordat ik in slaap viel bedacht ik me dat computers ook draadloos kunnen werken en met signalen door de lucht kunnen werken. Maandag ochtend was ik bekaf maar de griepverschijnselen waren bijna verdwenen. Op mijn werk aangekomen vind ik een memo. Alle ict ers waren geveld door een virus. Zou een computer virus ook op mensen kunnen overslaan?

Virussen ik haat ze.

 

11. Sprookjes

Ik ben gek op sprookjes. Als kind al zat of lag ik met gespitste oren naar de sprookjes die mijn vader vertelde te luisteren. Hij las voor uit de sprookjes van de gebroeders Grimm of Anderson, maar vertelde ook hele spannende sprookjes die hij zelf verzonnen had. Ze gingen over reus drop neus of reus knollen neus.. Ik wist wel dat de sprookjes maar verzonnen verhalen waren en dat reuzen heksen en tovenaars niet bestonden maar het was gewoon leuk om net te doen alsof. Het is wel eens leuk om in de sprookjeswereld terug te keren. Als vader vond ik het ook erg leuk om de sprookjes voor te lezen aan mijn kinderen. Ook de verhalen van mijn vader vertelde ik aan hen. Al geloof ik dat ik ze niet zo mooi vertelde als hij dat deed. Ik werk op een lagere school en ook daar vertel ik wel eens sprookjes. Gewoon leuk om die kindergezichten geboeid naar me te horen luisteren. Dat is ook het leuke van sprookjes. Er word een wereld in geschapen waarin alle simpel was. Er was goed en er was kwaad. En belangrijk het goede won altijd. In sprookjes is het allemaal duidelijk. Natuurlijk identificeerde ik me altijd in de goede figuren. Zo was ik Hans uit hans en Grietje en de prins die Sneeuwitje kuste. Ik was nooit de heks of de tovenaar. Uitzondering daarop waren de verhalen van de drop en de knollenreus. Ik stelde me voor dat ik die reus was en voorzien werd van grote hoeveelheden drop die door Peter en Jeroen naar me toe werd gebracht. Natuurlijk waren de namen die mijn vader verzon in die verhalen ikzelf en mijn broer. Bij de knollenreus was ik Lean (mijn zus) die me leerde dat er ook lekkere groenten waren. Ach ja jeugdherinneringen over sprookjes. Het waren mooie momenten van kindergeluk als mijn vader sprookjes vertelde. De kracht van sprookjes zitten in de manier waarop ze verteld worden. Ik ben een prima verteller. Zo vertelde ik ooit tijdens het kampvuur op een zomerkamp het verhaal over zuster Theresia die rondspookte in het bos waar het kamp gelegen was. De volgende ochtend kwamen twee meisjes naar me toe en vroegen of die zuster Theresia echt bestond. Sprookjes zijn leuk als ze goed verteld worden. Ze worden dan geloofwaardiger en anders op zijn minst wekken ze bewondering op voor de fantasie die ten toon gespreid wordt.  Als volwassene leerde ik de sprookjes te lezen en mijn eigen fantasie er in te stoppen. Ik ben Grimm nog eens gaan lezen en kan er nu ook nog van genieten.

Die simpelheid uit de sprookjes verdwijnen als je in de werkelijkheid terug keert. Niet alles is meer alleen goed of kwaad. Niets is wit of zwart. Er zijn allerlei gradaties. De mens waarvan je dacht dat hij of zij goed was bleek ook slecht en kwaad te zijn. Ik werd wel eens verraden door mensen waarvan ik dacht dat ze te vertrouwen waren. Net zo goed maakte ik het mee dat iemand waarvan ik dacht dat hij mijn vijand was, mij bij stond toen het nodig was. De werkelijkheid is geen sprookje het is de harde realiteit.

Om uit die werkelijkheid te ontsnappen is het lezen of schrijven van sprookjes een uitstekende manier. Beter dan vluchten uit de realiteit of die te ontkennen.

Ik ben gek op sprookjes al geloof ik er niet meer in.

 

12. Paprika Chips

Ik heb niet zoveel met paprika chips alhoewel ik moet zeggen dat die chips soms een functie hebben.

Zo waren er in de jaren negentig chips waarbij je flippo’s cadeau kreeg. Het waren van die kleine ronde kartonnen schijfjes met plaatjes er op. Die flippo’s waren een echte rage. Chips werden gekocht, niet om de smaak, maar voor die kleine ronde schijfjes. Nu vind ik gewone chips al niet erg lekker en door een allergie kon ik vele soorten niet eten. Het werden dus de paprika chips van Smiths. Hele zakken werden maar half opgegeten, maar de flippo’s werden bewaard. Zo kocht ik ooit een zak waar er twee flippo’s extra in zaten. Mijn kinderen waren wild enthousiast en wilde dat ik in de zelfde winkel nog een paar zakken kocht.  De flippo actie stopte en ik hoefde geen paprika chips meer te eten. Om die series flippo’s compleet te krijgen, was bijna onmogelijk. Ik weigerde met de kinderen naar ruilbeurzen te gaan. Gelukkig verloren de kinderen snel hun belangstelling voor de flippo’s. Toen Smiths ook nog verdween en de Lays kwam  verdwenen de paprika chips uit het beeld. Gelukkig maar.

Toen de kinderen ouder werden kwamen de paprika chips plotseling weer te voorschijn. Bij de tv bijvoorbeeld. Er zijn van die programma’s waarbij ik me dood verveel. Van die shows, of van die programma’s waarbij de meest enge ziektes of aandoeningen ten toon worden gespreid. Of van die spelshows waar mensen met hun geliefde worden samengebracht. Vreselijk vind ik ze. Soms wordt ik verplicht, althans zo voel ik dat, om dat met het gezin te gaan bekijken. Ik zit me dan te ergeren aan al die mensen die op tv hun ziel en zaligheid laten zien. Met een zak chips erbij voel ik me dan iets geruster. Na elke golf van irritatie neem ik dan een handvol chips en ga die dan zo luidruchtig mogelijk verschansen. Dit wekt eerst wat lelijke blikken bij mijn gezin op. Dat gaat dan weer over tot nadrukkelijke zuchten of snauwen. Ik trek me daar niets van aan, en ga gewoon door met knisperen en knarsen. Na korte tijd wordt ik vriendelijk verzocht door mijn gezin, daar mee te stoppen. Geheel onschuldig zeg ik dan dat ik trek in chips heb, en ga gewoon door. Dan duurt het niet lang of ik onvriendelijk verzocht wordt die chips dan maar ergens anders te nuttigen. Gelukkig heb je tegenwoordig van die grote zakken met chips, want anders zou ik de zak op hebben voordat ik weg gestuurd werd.  Met een onschuldige zucht merk ik dan op, dat ik niet wil storen en ga naar de slaapkamer waar ook een tv staat, die ik dan op een zender zet waarvan ik de programma’s wel kan waarderen. De chips die ik meegenomen heb zet ik dan ergens waar ik ze niet kan zien. Ik loop nog even naar de koelkast waar ik een lekker stukje kaas pak die ik dan geruisloos, om mezelf niet te storen, op mijn gemak begin te consumeren.  Dat was het nuttige van de paprika chips. Er worden wel eens van  die chips die niet kraken gekocht, maar ik protesteer dan altijd, en zeg dat ik die niet lekker vind. Paprika chips zijn dus nog steeds in ons huis te vinden.

Ach ja paprikachips. Trouwens alle chips. Ga maar eens in een bioscoop zitten waar er van die aardige mensen zitten, die chips zitten te eten, waardoor je de helft van de dialogen mist. Dat had me op het idee gebracht van die chips bij de tv.  Ik weet niet of mijn vrouw en kinderen deze truc door hebben maar voor de zekerheid zal ik hen dit verhaal maar niet laten lezen.

Paprika chips: Niet lekker maar soms handig

 

13. Ontharingscrème

Wat is het toch vreemd dat ontharen. Steeds meer mensen ontharen zich. Eigenlijk snap ik dat niet zo goed. Haren beschermen de huid. Ze zijn in het ontwerp van de mens niet voor niets opgenomen. Maar goed. Niet alleen is het dragen van een baard bij mannen steeds ongebruikelijker maar ook mannen ontharen zich op andere plekken ook. Het gaat daarbij om de benen de borst, de oksel en zelfs het schaamhaar wordt van haren ontdaan. Waarom eigenlijk? Ik weet hoe trots ik was toen ik als kind voor het eerst schaamhaar kreeg. Ik voelde me echt een man worden. Toen “veel “later ook mijn kinnebak en borst,  haartjes begonnen te krijgen voelde ik me echt volwassen worden. Om mee te doen aan de mode moeten al die met bloed zweet en tranen gespaarde haartjes allemaal weg? In de winter heb ik altijd een baard. Behalve dat het makkelijk is want ik hoef me dan niet te scheren, is het ook warmer dan een kale kin. In de zomer scheer ik me altijd. Het is lekker fris en als er een windje is op een warme zomerdag dan koelt het lekker af. Mijn oksels heb ik nog nooit geschoren. Zoveel is het niet en waarom zou ik. Zijn er dan echt mannen of vrouwen die zich er aan irriteren? Ik heb daar in ieder geval nog nooit wat van gemerkt. De hoeveelheid van mijn borsthaar is niet groot. Ze zijn bovendien niet zwart, maar dun lichtbruin, en zo vaak zien mensen dat niet. Als het al opvalt dat ik borsthaar heb tijdens het zwemmen of in de sauna ben ik alleen maar blij dat ik in ieder geval mannelijk ben. Want mijn borstspieren zijn ook niet bijzonder ontwikkeld. Ik krijg eerder kleine borstjes die door lichtelijk overgewicht veroorzaakt worden. Het haar maskeert dat een beetje waar ik dan weer blij mee ben. En dan mijn schaamhaar. Dat is een redelijk bosje maar om het nou af te scheren? Zoveel bijzonders hangt er niet, om dat onbedekt te laten zien, aan de weinige mensen die de kans krijgen om dat te gaan bekijken. Natuurlijk zitten er wel erotische kanten aan dat ontharen van je schaamhaar. Ik wilde dat wel eens een keer proberen om mijn vrouw te verrassen. Na het eerst geknipt te hebben pakte ik de tube ontharingscrème. Ik had de tube bij de drogist gehaald. Ik durfde niet te zeggen dat het voor mezelf was en vertelde dat het voor mijn vriendin was. Ik kreeg de tube dus mee . Na de gebruiksaanwijzing zorgvuldig te hebben gelezen (half blijkt later) bracht ik met een plastic handschoen de crème zorgvuldig aan. Na enkele seconden trok ik aan wat haar maar die lieten niet los. Na enkele minuten begon het vreselijk te jeuken. Ik dacht het hoort er bij en wachtte nog even. Toen begon het vreselijk te branden en in paniek greep ik douche sproeikop en spoot zo hard mogelijk water in mijn kruis. Dat hielp nauwelijks. Pas na enkele minuten een waterstraal tegen mijn kruis gespoten te hebben zakte de pijn. Mijn haar zat echter nog net zo vast als voorheen en ik besloot te stoppen met die rommel. Dan maar het scheermes. Nu ben ik niet zo’n held in dat scheren want zo vaak doe ik dat niet, maar het lukte aardig. Alleen die lastige plekjes werd een probleem. Op een stoel gestaan met een opgetrokken been voor de badkamerspiegel kreeg ik de laatste restjes haar weg. Die avond verraste ik mijn vrouw. Ze zag het echter niet eens. Pas toen ik haar er op wees begon ze te lachen. Ik baalde er wel van na al die moeite. Gelukkig werd het later die avond nog erg gezellig bij ons in de slaapkamer, alhoewel ik wel leerde, dat scheren met een mesje voor je baard niet de gewenste gladheid veroorzaakte. Ik laat dus al mijn haar staan en gebruik geen ontharingscrème meer. Ik waag me niet aan opmerkingen over vrouwen die zich ontharen of over het uiterlijk van onthaarde vrouwen. Al moet ik eerlijk zeggen dat sommige vrouwen er erg opwindend uit zien. Maar het werk wat ze er aan hebben. Als je toch moet wachten tot een vrouw zich onthaart heeft dan duurt het nog langer voordat je haar mee naar de bioscoop mee kan nemen of in je bed kan stoppen. Nee ontharen vind ik maar niets en zeker ontharingscrème niet.

 

 

14 Mantelzorger in Amsterdam

Mijn vrouw en ik zijn de mantelzorgers van onze zwaar gehandicapte zoon van 17 jaar. Dat doen we uit liefde maar vooral uit noodzaak. De mogelijkheden die ziektenkostenverzekeraars en gemeente bieden zijn te beperkt. De zorg die aangeboden wordt is onvoldoende om onze zoon de verzorging te geven die hij nodig heeft. De tijden dat thuiszorg wel zorg kan bieden past niet in ons programma. S’nacht komen ze niet en om 7.30 staat het busje voor om naar school en de thuiszorg kan niet om 6.30 uur beginnen. Nee voor ons was er geen andere oplossing dan het allemaal zelf te doen. Er wordt wel eens wat laatdunkend gedaan over mantelzorg. Mantelzorg betekent voor ons veel meer dan een soort moeder/vadertaak. Nee bij ons wordt professionele zorg verleend. We hebben toevallig allebei een opleiding ziekenverzorger achter de rug maar we zouden er anders cursussen en opleidingen voor volgen. Wij werken als volleerde zusters en broeders. Ook onze dochter werkt mee in ons gezin. Ook zij heeft een opleiding zorg en welzijn gedaan. Ik noem het werk. Want dat is het. In ons gezin zelfs een fulltime baan. Enkele jaren geleden was de mantelzorg niet meer te combineren met een “gewone”baan. We hebben een PGB aangevraagd en gekregen. Hierdoor konden mijn vrouw en ik minder werken voor de gewone baan. Mogelijkheden om carriere te maken was er niet meer omdat je dan fulltime moet werken en dan is de zorg niet meer te combinere.  Het geld is echter nooit genoeg om de benodigde uren in te kopen. Zorgverleners zijn duur en we kunnen nooit voldoende uren er uit betalen. We laten ons uit het PGB een bescheiden salaris uit betalen en werken voor hetzekfde geld 24 uurpe dag. Maar we zijn en blijven ook mantelzorgers. 20 uur PGB en 148 uur mantelzorg. Eigenlijk gek dat mantelzorg niet gewoon tot beroep wordt verklaard, met een gewoon regulier salaris. Toch is het soms(vaak) wel zwaar. Elke dag moet er iemand thuis zijn om hem te helpen bij toilet gang, en zijn adl e.d.. Elke nacht gemiddeld 4 tot 8 keer er uit, om hem te draaien in bed want dat kan hij zelf niet. Bij de kleinste dingen heeft hij hulp nodig. Dat breekt ons wel eens op. We hebben gelukkig een paar goede vrienden die ons af en toe ontlasten. Twee keer per jaar gaan mijn vrouw en ikeen  weekendje samen weg. Het is echter niet makkelijk om zulke vrienden te vinden, want de zorg voor onze zoon kan niet iedereen aan. Al met al is het een zware klus. Je hoopt toch als ouders dat je kind ooit het huis uit gaat, zelfstandig wordt, en kleinkinderen brengt. Dat is bij ons niet zo. We moeten echter leven met wat we hebben en al is het regelmatig moeilijk, we doen het maar mooi wel. Onze zoon is er in ieder geval blij mee. We zijn aangesloten bij een patiënten vereniging. Daar ontmoeten we mensen die in vergelijkbare situaties zitten. Hen te ontmoeten bied ons veel steun. Doordat ik als vrijwilliger actief was bij het platform mantelzorg Amsterdam werd ik twee jaar geleden uitgenodigd om als eerste in Amsterdam het mantelzorg presentje in ontvangst te nemen. De gemeente Amsterdam geeft de afgelopen paar jaar mantelzorgers een presentje. Een hoge ambtenaar (de wethouder was verhinderd….)gaf het presentje aan me. Ze had een aardig verhaal hoe belangrijk de gemeente mantelzorgers vind. Ik voelde me “bijna”als mantelzorger en mens serieus genomen. Maar toen ik eenmaal thuis was vroeg ik me af hoeveel van die presentjes er uit gedeeld werden. Ik vroeg aan een buurvrouw verder op in de straat (zij verzorgd al jaren haar zeer zwaar gehandicapte zoon als mantelzorgster) of zij er ook een gehad had, maar dat had ze niet. Ze wist niet dat er zo iets uitgedeeld werd. Zouden er meer van die mantelzorgers zijn die geen presentje hebben gehad??? Kent de gemeente al die mantelzorgers wel??? Mij kennen ze wel maar mijn buurvrouw in ieder geval niet want anders had ze ook wel een presentje gehad. Ik ken er tientallen die ook mantelzorg verlenen. Geen van allen hebben een presentje gehad. Hoeveel mantelzorgers kent de gemeente eigenlijk? Al die aandacht op de dag van de mantelzorg was wel leuk, maar door al de komende bezuinigingen zullen mantelzorgers veel hulp nodig gaan hebben van de gemeente. Er zijn zoveel onduidelijkheden dat mensen onrustig worden, slecht slapen en angstig worden. Ik heb dan wel een presentje gehad maar er is nog niemand van de gemeente langs geweest om te kijken wat ik nodig heb. Ik weet waar ik er om moet vragen maar veel mensen weten dat niet. Ik maak me al zorgen, laat staan al die andere mensen. De gemeente zegt dat ze mantelzorgers belangrijk vinden maar laat ze dat eens bewijzen. Aan alle kanten wordt er bezuinigd. Een presentje uit delen aan hen die ze al kennen is leuk, dat wel. Maar wat met de mantelzorgers die ze niet kennen? Net als voor een nieuwe jas (mantel) moet je uit je stoel en de straat opgaan. Alleen op die manier kun je mantelzorgers vinden en er achter komen wat ze nodig hebben. Vrienden en familie weten vaak waar je mooie mantels kunt krijgen. Zo weten patiëntenorganisaties, huisartsen, woningbouwverenigingen, Mytylscholen, revalidatiecentra, ziekenhuizen, en allerlei andere professionals, mantelzorgers te vinden. Je moet er dan wel om gaan vragen. Het presentje was leuk maar wat heb ik en alle andere mantelzorgers er echt aan????  Op allerlei manieren worden er bezuinigt. Zo zijn er steeds meer instellingen die hun logeermogelijkheden opheffen. Voor complexe zorg zoals die voor onze zoon is er in heel Amsterdam en directe omgeving geen enkele logeermogelijkheid meer aanwezig. Er wordt geopperd om dan maar vrijwilligers in te gaan zetten. Waar vind je die en welke vrijwilliger kan de zorg, die onze zoon nodig heeft bieden. Ik zie dat niet gebeuren. Wij als mantelzorgers ebben het al zwaar genoeg en nu wordt het steeds moeilijker om de ondersteuning die je nodig hebt te krijgen. Gelukkig hebben mijn vrouw en ik goede werkgevers die daar waar nodig is ons de ruimte geeft die we nodig hebben. Maar andere ondersteuning hebben we niet of nauwelijks. Met het PGB en onze eigen mantelzorg is de zorg voor onze zoon veel goedkoper dan dat hij in een instelling zou moeten gaan wonen. Gemeente en rijk zouden dat beter moeten beseffen in plaats van voor ons de zorg langzamerhand steeds moeilijker maken. Straks pakken ze ons het PGB ook nog af en dan? Misschien moeten we zelfs besluiten het op te geven en onze zoon in een verpleeghuis te stoppen. Daar worden wij en vooral onze zoon echt niet gelukkiger van. Interesseert iemand dat??? We wachten het af…………….

 

 

 

15. Lotgenoten (1)

 

Zo’n 30 jaar geleden was ik voor onderzoek in het AMC te Amsterdam. Ik lag op een onderzoekstafel en een co assistent bestudeerde mijn rug. Ik had al drie maal een hernia gehad en wilde nu wel eens weten wat er aan de hand was met mijn rug. Op foto’s was niets te zien dus ik werd door verwezen naar een neuroloog. Enfin ik lag daar dus op die tafel toen een arts langs liep. Hij betaste even mijn rug en liep door. Onderweg naar de deur sprak hij de assistent nog even aan en zei tegen hem slechts één woord. Recklinghausen. De assistent liep terug naar mijn rug en bromde wat in zich zelf. Ik vraag hem wat zei hij nou, wat is dat recklinghausen? De assistent legde uit dat ik eerst naar de oogarts moest om zeker te weten dat het die ziekte was. Ik wilde weten wat dat dan voor een ziekte was maar daar wilde hij geen antwoord op geven. Ik dus naar de oogarts. Wat moest ik nou bij een oogarts? Ik had last van mijn rug? Die arts begon met een simpel uitziend apparaat in mijn ogen te kijken. Ik vroeg waar zij naar keek en ze antwoordde dat ze zocht naar de lizz nodilé het zijn een soort knobbeltjes op de oogzenuw en die zijn weer een verschijnsel van de ziekte van Recklinghausen. Ze wilde niet zeggen of die knobbeltjes er waren maar na enig aandringen zei ze dat ze er waren. Ik had dus Recklinghausen!  Ik kon 14 dagen later terug komen voor de uitslag maar ik was niet achterlijk en zocht in een medische encyclopedie ( er waren toen nog nauwelijks computers en internet bestond al helemaal niet) op wat recklinghausen was. Nu ben ik enigszins medisch onderlegt (ik werkte toen al 10 jaar in de verpleging) en schrok behoorlijk van wat ik las. Bij de volgende afspraak in het ziekenhuis was ook die ,,belangrijke,, arts aanwezig. Hij legde me uit wat Recklinghausen was en wat de consequenties zouden kunnen zijn. Ik was blij dat ik al het een en ander had gelezen en kon  zelf gelukkig met de goede vragen komen. Hij vertelde me dat er een patiëntenvereniging was waar je ook voor steun terecht kon. Toen ik het ziekenhuis verliet zat ik met heel veel vragen, emoties en verwarde gedachten. Mijn vrouw en ik spraken er veel over maar we kwamen er niet echt uit. We besloten eens een keer contact op te nemen met de patiënten vereniging. Toevallig was er enkele weken daarna een bijeenkomst en we zijn daar heen gegaan. We zagen mensen met Recklinghausen met de meest uiteenlopende symptomen. We schrokken erg van de bulten de misvormingen en de handicaps die we daar zagen. We dachten dat is niet wat ik heb. Hier hoor ik niet thuis. Na gesproken te hebben met de mensen en geluisterd hadden naar de sprekers dachten we er wel anders over. Recklinghausen is onvoorspelbaar. Je weet nooit in welke mate het je zal treffen. Zo heb je niets, zo heb je allemaal fibromen of andere verschijnselen.  We konden daar praten met mensen die net als ik korte of langere tijd geleden geconfronteerd werden met hun eigen ziekte of die van hun kinderen. Dat delen van onze onzekerheden en angsten deed ons enorm goed. We hoefden helemaal niet alle medische details weten. Die informatie konden we wel van de artsen krijgen. Nee, het ging erom dat we konden praten over onze gevoelens, met mensen die weten waar we het over hebben. Die onze angsten niet gek vonden. Die ze ook niet weg namen, maar ons wel vertelden hoe zij met die angsten omgingen.

 

Het was de eerste ervaring met een patiënten vereniging waarbij vooral het lotgenoten contact voor ons het belangrijkste was. Niets is zo fijn om te praten met mensen die hetzelfde meemaken of mee gemaakt hebben als wij. Vrienden en familie proberen wel te begrijpen wat je bezig houd maar echt begrijpen doen ze dat niet. Lotgenoten wel. Je hoeft niet veel uit te leggen. Ook maken ze de problemen niet groter of voelen medelijden. Nee je wordt serieus genomen. Ik ben blij dat ze er zijn en zal er wanneer maar nodig is gebruik van maken.

 

16. Worden we belazerd?

We worden hier in Nederland ook belazerd denk ik al zou je dat niet zo snel denken. Ook wij worden op allerlei manieren gedwongen om bepaalde meningen er op na te houden. Natuurlijk gebeurt dit hier niet met een pistool op ons hoofd, maar het gebeurt veel subtieler. Lees de kranten maar eens en bekijk de televisie maar eens als het gaat over de economie en de noodzakelijke bezuinigingen. Overal lees je dat het niet goed gaat met de economie en dat bezuinigingen noodzakelijk zijn. Maar is dat ook zo? Of worden we met zijn allen bedonderd? Bedrijven ontslaan honderden mensen en twee maanden later stijgt de winst van dat zelfde bedrijf. Is winst altijd wel nodig? Waarom kunnen bedrijven niet tevreden zijn met quitte draaien. In de kranten wordt geschreeuwd dat het slecht gaat met de economie. Toch zijn er nog nooit zoveel miljonairs geweest in ons land als nu. Waar halen die hun geld dan, als alles zo slecht gaat? Een slechte economie heeft eenzijdige slachtoffers. Het zijn de mensen die het toch al niet zo breed hebben die het meeste last er van hebben. Toch is het blijkbaar logisch dat die mensen juist het dupe moeten worden. Iedereen “snapt”dat het nodig is en verwonderd zich er niet eens over. Waarom pakken ze de hele rijken niet meer geld af. Die voorstellen en ideeen bereiken nauwelijks de voorpagina. We worden gewoon gedwongen door die media om net zo te denken als zij. Het gebeurt systematisch. In berichtgeving over politiek worden bezuinigingen beargumenteerd door te wijzen op de slechte economische situatie. Dat slechte wordt echter nauwelijks uitgelegd. We zouden onze rentelasten niet meer kunnen opbrengen. Gek, terwijl de banken overal vrijwel kosteloos geld kunnen lenen. Waarom kan de regering dat dan niet. Banken lenen geld bijna voor niets maar lenen het weer uit voor hoge rentes. De banken worden rijker maar wij komen niet van onze schulden af. Hoe kan dat dan. Er wordt geroepen dan onze schuldenlast niet boven de drie procent mag komen terwijl iedere huizenbezitter(en dat zijn er heel veel) probleemloos hun hele leven mogen doen om hun huis af te betalen of zelfs alleen de rente van de hypotheek hoeven te betalen. Is het allemaal een leugen, die noodzakelijke bezuinigingen?? Ik begrijp er in ieder geval niets van. Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling want als ik het wel zou begrijpen zou ik invloed willen uit oefenen en dat is nu net niet de bedoeling. We moeten het maar aannemen en voor waar aan nemen.  En het is slim aangepakt. Hoe kunnen ze al die mensen die de media beheersen zo in hun macht hebben dat ze precies doen wat de machthebbers willen? En wie zijn dan die machthebbers? Wie willen alle middelen gebruiken om het volk onder de duim te houden? Zijn het de politici? Ook die hebben beperkte macht. Want in onze  democratie waar er alleen afspraken in consensus gemaakt kunnen worden, kan er geen enkele politicus de totalitaire macht krijgen. Wie zou er achter zitten? Ik denk dat we met zijn allen worden bedonderd alleen kunnen we in onze zogenaamde democratie niet zien door wie. Deze verborgen krachten laten ons dingen geloven die hun macht over ons vergroot. Nu hebben de bezuinigingen ons gezin nog niet getroffen maar er is grote onzekerheid of dat zo blijft.

 

17. Erfelijkheid?

Ieder mens heeft meer dan honderd zogenaamde defecten in de genen. Dat kan variëren van flaporen, vroege kaalheid, aanleg tot zwaarlijvigheid, of wintertenen, maar ook allerlei vreselijke ziekten als altzheimer, Huntington, Duchenne en noem maar op. Daar is niet zoveel aan te doen. Je krijgt deze “afwijkingen”mee van je ouders. De wetenschap heeft de erfelijke eigenschappen van deze ziekten ontdekt en is in staat om deze ziekten al in een vroeg stadium van een zwangerschap bij de ongeboren vrucht vast te stellen. Deze prenatale diagnose kan bij een aantal ziekten gedaan worden, en biedt komende ouders de mogelijkheid een zwangerschap dan af te breken. De wetenschap biedt echter ook de mogelijkheid om al bij de bevruchting in een reageerbuis met behulp van IVF technieken de ziekten in een nog vroeger stadium al te ontdekken. Een uit slechts een paar cellen bestaand nieuw leven kan dan al of niet worden terug geplaatst in de moeder. In Nederland zijn al deze technieken slechts mogelijk bij een zeer klein aantal zeer ernstige ziekten. In de politiek wordt op dit moment (niet al te hard) gediscussieerd wat er precies verstaan wordt onder zeer ernstig. In het buitenland en zeker als je genoeg geld hebt zijn er veel meer mogelijkheden omdat de wetgeving daar minder beperkingen kent.

Door wetenschappelijk onderzoek wordt er steeds meer duidelijk welke eigenschappen van de mens op welke plek in de genen zijn opgeslagen. De wetenschap ontwikkelt zich echter nog verder. Niet alleen richt men zich op ziekten maar ook op zaken als: kleur ogen, intelligentie, leerproblemen, verhoogde risico,s op verslaving, depressie en ga zo maar door. Binnen niet al te lange tijd kan een mensenleven als het ware vrijwel volledig worden voorgeprogrammeerd. Je kan dan kiezen voor bijvoorbeeld een jongetje met blonde haren blauwe ogen bovengemiddelde intelligentie en dan ook nog zonder vrijwel alle mogelijke ziekten en aandoeningen. Maar al die mogelijkheden roepen ook veel ethische vraagstukken op. Is een kind met een ziekte meer waard dan eentje zonder? Welke ziekten, aandoeningen en eigenschappen zijn zo belangrijk dat we daarin keuzemogelijkheden willen hebben.

Toen onze kinderen werden geboren waren er geen mogelijkheden om deze ziekten te voorkomen. Nu wel, en dat zou kunnen betekenen dat onze kinderen later de keuzes hebben om al dan niet met behulp van die wetenschap te voorkomen dat hun ziekten worden door gegeven aan hun kinderen. Dat is mooi.

 Willen we wel alleen perfecte kinderen en wat is dan die perfectie. Het zijn vele vragen waarop ik geen antwoord heb. Het zijn vragen die ieder mens voor zich zelf zal moeten beantwoorden. Er zijn echter ook mogelijke andere gevlogen van deze ontwikkelingen.  Als de mogelijkheid er is om door middel van de wetenschap bepaalde ziekten te voorkomen,  dan is het dus je eigen schuld dat er een kind met een ziekte wordt geboren. Verzekeraars zouden kunnen zeggen dan vergoeden we de verzorging en verpleging niet langer. Mensen zouden verplicht kunnen worden aan dergelijke embryoselectie mee te werken. Er wordt nu al raar aangekeken tegen bevolkingsgroepen die om religieuze redenen kiezen om niet te vaccineren. Ouders die kiezen voor een kind met een erfelijke aandoening kunnen verwijten naar zich toe krijgen.

De mens grijpt steeds meer in natuurlijke processen en de vraag is of we dat wel zouden moeten willen. Wij hebben een dochter met een aangeboren aandoening en een zoon met een dodelijke erfelijke spier ziekte. Toch zijn we blij met onze kinderen. Zij mogen er zijn, ook al hebben ze ziekten met de daarbij komende zorg. En zijn ook blij dat zij later meer keuze mogelijkheden hebben dank zij de wetenschap.

18. Elektrische deken

Wat doe je als je het in bed koud hebt? Er zijn verschillende oplossingen te bedenken. Je kan een extra deken nemen. Dat kan helpen maar het gewicht van die deken kan wel eens vervelend worden. Je kan ook iemand bij je in bed uitnodigen. Dan zorgt de extra lichaamswarmte voor temperatuur stijging. Als degene die dan naast je ligt ook nog eens dicht tegen je aan kruipt dan stijgt die temperatuur nog meer. Nou kan het zijn dat je van dat extra lichaam niet gediend bent. Of dat het juist te prettig wordt. Je krijgt dan allerlei verlangens die dan ook nog beantwoord moeten worden. Is dat wel het geval dan wordt het nog warmer in je bed maar van slapen komt dan niet veel. Ideaal is dat dus ook niet. Worden de gevoelens niet gedeeld dan verkild juist het samen in bed liggen en dat schiet ook niet op. Je kunt ook wat extra in bed aantrekken. Een dikkere pyjama bijvoorbeeld. Nadeel is natuurlijk dat je dan gaat zweten en ook dat is niet prettig. Wat is er dan nog meer te bedenken. Je kan de thermostaat in de slaapkamer hoger draaien. Dat brengt met zich mee dat je gasrekening omhoog gaat en je krijgt dan van je energie provider weer naheffingen. Ook dat is dus geen oplossing. En dan is er nog iets zoals een elektrische deken. Je hebt die in verschillende soorten. Je hebt bijvoorbeeld een elektrische deken waar je op ligt en je hebt er die waaronder je ligt. Voor beiden valt wel wat te zeggen. De temperatuur van die dekens moet je wel kunnen regelen. Op zijn minst drie standen variërend van een beetje warm tot heel warm. Het nadeel is daarvan dat de temperatuur in de loop van de nacht kan variëren. Je zal dus elke keer weer een standje hoger of lager in moeten stellen. Afhankelijk van de soort deken moet je er dan wel of niet voor je bed uit.

Kortom het blijft een ingewikkelde keuze als je het warm in je bed wil hebben. En dan heb ik het nog niet gehad over de keuze van een één persoon elektrischedeken of een twee persoons. Als je een twee persoonsdeken kiest en er van uit gaat dat het ook voor twee personen bedoeld is heb je weer het probleem dat er dan ook twee wensen zijn betreffende de warmte graad van die deken. En een hete deken verspreid ook warmte naar de zijkanten. Hoe langer ik er over nadenk hoe complexer het wordt. Ik zelf heb gelukkig zelden last van koude in mijn bed. Ik ben warmbloedig van mezelf en heb geen behoefte aan elektrische toegevoegde warmte. Mijn vrouw wel maar die heeft een elektrisch klein kussentje voor onder haar voeten. Ik blijf daar uit de buurt en heb er dan ook geen last van.

Trouwens elektrische dekens hebben nog een nadeel. Ze hebben elektriciteit nodig. Wat doe je als de elektriciteit uit valt? En wat als je je deken mee wil nemen als je gaat kamperen op een plek waar geen elektriciteit voorhanden is? Een kampvuurtje is dan de oplossing maar in je slaapkamer is dat ook geen optie. Een open haard is dan wel handig en als je er voor gaat liggen heb je geen elektrische deken meer nodig. Maar ja wie heeft er een open haard?

Kortom ik hoef geen elektrische deken en als ik het echt koud krijg trek ik wel iets warmers aan. Trouwens elektrische dekens kunnen ook nog gevaarlijk zijn. Als je te veel zweet kan er kortsluiting ontstaan, en een elektrische deken gebruiken bij een waterbed is ook niet zonder gevaren. Waterbedden hebben tegenwoordig een eigen warmte voorziening maar een waterbed is ook niets voor mij. Ik ben bang dat ik zeeziek word door het gekabbel van het water. Kortom ik trek wel iets warmers aan als ik het koud krijg en ik hoop dat mijn vrouw daar ook zo over denkt.

 

19. Ik ben vandaag zo Vrolijk

Liedjes kunnen allerlei  emoties oproepen of helpen verwerken.

Ik ben vandaag zo vrolijk.

Het is een liedje wat bij mij altijd een dubbel gevoel oproept. Het liedje beschrijft een gevoel van vrolijkheid wat ik zelden voel. Het zingen van het liedje roept bij mij een gevoel van schijnheiligheid op. Ook al zing ik het luidruchtig ik onderdruk er mijn depressies  er mee maar voel me niet echt vrolijk. Als ik het lang genoeg zing wordt  ik daadwerkelijk vrolijk. Ik moet daarbij niet gestoord worden en ik moet me bij het liedje blijven concentreren. Als het liedje afgelopen is en ik nergens aan denk blijft dat gevoel. Anders ebt het weg samen met het gevoel.

Kerkliedjes

Als ik bang ben zing ik vaak kerkliederen. Dat was al vroeger zo. Als kind moest ik soms in het donker langs een donker stukje natuur. Ik woonde in Brabant op het platteland en het was daar nog echt donker. Op dat donkere stuk werd ik altijd bang. Ik dacht dat er enge monsters of enge mannen in de bosjes zaten en dus begon ik op dat pad de kerkliedjes te zingen. Ik geloof niet dat mijn geloof zo sterk was dat God me beschermde(alhoewel ?) maar door luid te zingen verdween wel mijn angst. Die truc  pas ik nog steeds toe.

Een beetje verliefd

Dit liedje gezongen door Andre Hazes in de jaren tachtig zal me altijd bijblijven. Ik had een hekel aan Andre Hazes. Ik vond de man weerzinwekkend en zijn liedjes boeide me niet. Maar plotseling werd ik verliefd op mijn huidige vrouw en ik kreeg het verdomde liedje niet meer uit het hoofd. Weken lang zong ik het op de fiets naar mijn werk, van mijn werk, naar mijn vriendin, van mijn vriendin. Ik werd er zelf stapelgek van. Soms als ik dat liedje nu nog hoor doet het ,me denken aan die eerste verliefdheid. Een mooie  en spannende tijd was dat.

I m Going Home

Ten Years after bracht dit nummer in 1968 uit en ik hoorde het voor het eerst in 1974. Het was muziek die ik niet gewend was maar ik kwam meteen in de ban van dat nummer. Ik draaide het zo hard als de buren acceptabel vonden en ik werd meegezogen in het ritme. Op de achterkant van die Lp stond Umma Gumma en chu chu mama. Ik ben de plaat kwijtgeraakt maar I’m Going Home is nog via het internet te beluisteren. Ik heb als wens dit nummer te laten horen op mijn crematie (nog even niet). Het nummer betekent voor mij een link naar thuiskomst. Niet het thuis zoals een huis maar een thuis in mezelf. Een plek waar vrede is waar geen toestanden zijn en waar ik met niemand meer te maken heb. Gewoon dat stukje thuis waarnaar ik verlang maar dat ik nog niet echt gevonden heb.

Liedjes of muziekstukken zijn belangrijk. Ook als je doof bent kun je die liedjes in je hoofd en hart horen en voelen. Iedereen heeft zo zijn eigen muziekstukken of liedjes. Je hoeft de teksten niet helemaal te kennen. Je hoeft ook de zanger niet te kennen. Het is een liedje van jou. Een liedje een muziek die je raakt die persoonlijk helemaal van jou is. Ik hoor een paar van die liedjes en muziek nu in mijn hoofd terwijl ik dit zit te schrijven. Het is een heerlijk gevoel. Dat wens ik mijn  lezers ook toe. Ieder met zijn/ haar eigen muziek of liedje.

 

20.Kruiwagens

Sommige mensen komen overal waar ze willen. Dat doen ze soms op eigen kracht door hard te werken, door met hun ellebogen zich vooruit te werken of gewoon doordat ze veel mazzel hebben. In deze harde maatschappij wordt er veel van je verlangd. Je moet zorgen voor de goede opleiding, je moet doorzettingsvermogen hebben en beschikken over de nodige intelligentie en geduld. Ook is het handig als je een redelijk uiterlijk hebt en geen handicaps of ziektes hebt, die je in ieder geval van buiten af gezien, zouden kunnen beperken in je functioneren. Toch is het zelfs als je al die eigenschappen bezit, moeilijk om echt aan de top te komen van het bedrijfsleven, de politiek en wat breder gezien in de samenleving. Je hebt de juiste contacten nodig, kruiwagens. Andere mensen die je op de juiste plek kunnen ondersteunen. Een carrière maken of soms zelfs een gewone baan te krijgen,  is vaak onmogelijk zonder deze mensen. Deze kruiwagens kunnen je  net dat beetje extra ondersteuning  bieden om verder te komen.

Kruiwagens zijn een nuttig hulpmiddel om iets te bereiken. Natuurlijk heb je ze nodig om je tegels je stenen je zakken cement of zoiets  te vervoeren. Handiger dan alles een voor een te transporteren. Deze kruiwagens moet je natuurlijk wel zelf vullen, optillen en duwen. Ze doen het niet uit zichzelf Zo werkt het ook met kruiwagens die je gebruikt om idealen, of banen te verwezenlijken. Ook dat vereist zekere vaardigheden. Je moet deze mensen lijmen, soms mee slijmen , ze van de nodige motivering voorzien. Ook omkoping kan daar bij horen. Kortom het kan nog wel eens lastig zijn een kruiwagen in beweging te zetten. 

De kruiwagen die je gebruikt om allerlei zaken te vervoeren hebben weinig onderhoud nodig. Met een beetje olie, een schoonmaakbeurt, een bandje verwisselen en je hebt een kruiwagen die jaren mee kan gaan. De kruiwagens die je gebruikt om je doelen te verwezenlijken hebben echter meer nodig. Je moet ze te vriend houden. Ze belonen voor hun inzet. Ze vragen wel eens wat terug. Ook dingen die je eigenlijk niet wil maar je voelt je gedwongen om je dankbaarheid te laten zien. In enkele gevallen wordt je zelfs gechanteerd. Als ik om me heen kijk dan zie ik in bijna alle hogere functies,  mensen zitten die gebruik hebben gemaakt van kruiwagens. Het is een grote vriendjespolitiek. Alhoewel vriendjes misschien misplaatst is omdat iedereen wel iets te goed van een ander blijkt te hebben, en daar heeft “vriendjes”helemaal niets mee te maken.

Ik houd niet zo van dat gedoe met kruiwagens. Ik wil mijn doelstellingen bereiken op eigen kracht. Misschien is dat eigenwijs, of ik ben te trots of te naïef, Waarschijnlijk doe ik me zelf tekort en loop daardoor kansen mis. Ik wil niet afhankelijk zijn van andere mensen, of ze iets verschuldigd zijn.  Je ziet dat vooral in de politiek heel sterk. Ik ben erg politiek geïnteresseerd en zou ook best zelf de politiek in willen gaan. Maar ik loop tegen dat kruiwagen gedoe aan. Het idee al van de zogenaamde torentje gesprekken stoten me tegen de borst. Een principieel idee of mening verwezenlijkt zien te worden als je daarvoor in ruil  maar een ander idee laat vallen om de ambities van een ander te vervullen. Nee ik ben niet geschikt voor de politiek of een top functie in het bedrijfsleven.  Liever laat ik mijn mening gewoon horen en als ze dan niet vervult worden is dat jammer (vooral voor de hele mensheid al is dat misschien wel erg hoogmoedig).

Nee ik houd van die zogenaamde vol automatische kruiwagens. Kruiwagens die ongevraagd en zonder iets er voor terug te vragen dingen voor me doen. Er zijn van die kruiwagens. Ze worden voortbewogen door vrienden. Door integere mensen die gewoon iets voor een ander willen doen.

 

 

21. Kijken wat er is

Wij hebben  een zoon die een dodelijke progressieve spierziekte heeft. Hij is nu al volledig rolstoelafhankelijk en zijn levensverwachting is gering. De meeste jongens met die ziekte worden niet ouder dan ergens tussen de 20 en 25 jaar, hij is nu 17. Onze dochter heeft ernstige dyslexie en dit beperkt haar aanzienlijk. De kans dat onze kinderen ons kleinkinderen bezorgen is klein. Mijn rug is definitief verpest door 25 jaar werken in de verpleging. Ik heb vaak last van depressies en het kost me veel moeite die elke keer weer te boven te komen. De bezuinigingen op de zorg raken ons vreselijk en we hebben een zeer onzeker bestaan in afwachting wat het voor ons in de praktijk zal gaan betekenen. Ik heb veel kiespijn van een wortel kanaalbehandeling. Mijn computer is traag en eigenlijk al weer te oud. De net gekochte planten in de tuin doen niet precies wat ik wil. Mijn kat is vervelend en vraagt veel te veel aandacht. Mijn vrouw is lang niet zo lief voor me als ik zou willen. Mijn buurman vraagt veel aandacht. Het schilderijtje in de gang hangt scheef. Het weer is niet best. Mijn zoon en dochter zitten in de pubertijd. Mijn salaris is veel te laag. Ach ja alles is klote…………

Natuurlijk kun je hier in blijven hangen. Alles wat negatief is benadrukken. Je leven wordt daar niet vrolijk van. Er is echter een alternatief.

Mijn Maria beeldjes staan prachtig in de kast. Mijn zoon is een echte charmeur en heeft veel humor. Mijn dochter vroeg me vanmorgen waar ze me mee kon helpen. Mijn functionering gesprek verliep heel goed. Ik kan bijna alles kopen wat ik nodig heb. Mijn vrouw geniet van een reisje naar Venetië en liet een heel lief briefje voor me achter. De plantjes in de tuin beginnen uit te lopen en gaan straks prachtig bloeien. Mijn verhalen op skuulertjes worden goed gelezen. Mijn broek zit lekker vanmorgen. Er komt een leuke film op de tv vandaag. Mijn buurvrouw heeft leuke foto’s doorgestuurd van haar hond. Bij de supermarkt hebben ze lekkere worst in de aanbieding. Het zonnetje schijnt op dit moment. Ach alles is mooi…………..

 

Als je alles afmeet van je welbevinden door te kijken naar wat er niet is of wat niet zo leuk is dan heb je een ongelukkig leven. Natuurlijk zijn er in het leven dingen die moeilijk zijn of zaken die je liever anders zou zien. Maar aan veel van die zaken kun je niets veranderen. Je zal ze moeten accepteren en een manier moeten vinden om er mee om te gaan. Veel beter kun je kijken naar alle dingen die je leven aangenamer maken. Kijken naar de dingen waarvan je kan genieten waarvan je blij word.

Een mooie uitspraak is dan ook!

Kijk naar het licht en schaduwen vallen weg

 

22. Pijn 1

Pijn is iets wat iedereen op zijn of haar eigen manier ervaart. Er zijn ook vele soorten pijn. De pijn van verdriet, de pijn van een wond, de pijn van een door een ziekte veroorzaakte aandoening, en natuurlijk de pijn die door een ongelukje zoals op je vingers slaan tijdens het hameren ontstaat. Mensen reageren ook verschillend op pijn. Je hebt de schreeuwers die bij elk pijntje luidruchtig kermen, schreeuwen of zelfs huilen. Dan zijn er die mensen die alleen een verbeten trekje om de lippen hebben en zichtbaar inwendig steunen en kreunen. En dan de mopperaars die alles afreageren op onschuldige medemensen door ze af te blaffen door ongeduldig te zijn. En dan de mensen die er alles aan doen om maar niets te laten merken. Die mensen worden vaak pas als het zeer ernstig is met de meest afgrijselijke aandoeningen in het ziekenhuis opgenomen. Voor alle houdingen is wel wat te zeggen.

Pijn is vervelend. Soms helpt wat afleiding. Vooral bij kinderen werkt dat makkelijker. Een kind die op school komt te vallen en naar mij als conciërge toegestuurd wordt, ontvang ik wel eens met een hamer en een zaag. Met de mededeling dat het been er misschien wel af moet verstomt het huilen en kalmeren de kinderen. Met een zachte hand en een gekleurde pleister verdwijnt de pijn bijna volledig en in ieder geval is de aandacht van de pijn afgeleid. Als de pijn aan blijft houden weten we dan of er echt wat aan de hand is en dat er wel of niet naar een eerste hulp gegaan moet worden. Kinderen zijn wat dat betreft makkelijker. Een kusje er op van moeder soms ook van de vader helpt ook al. Bij volwassenen werkt het kusje niet maar met  veel afleiding is de pijn minder op de voorgrond.

 Soms kan pijn ondraaglijk zijn. Ik had laatst vreselijke last van een kies en belde de tandarts. Ik kon op een zaterdag voor een spoedbehandeling terecht en kreeg daar een wortel kanaal behandeling. De behandeling zelf was ondanks een verdoving vreselijk. Maar de echte pijn begon enkele uren later. Ondanks veel te veel paracetamol en brufen was de pijn werkelijk ondraaglijk. Ik wilde ongelooflijk graag naar de slijter om enkele flessen drank te halen maar gelukkig gaf ik hieraan niet toe. Gedachten aan zelfmoord schoten door mijn hoofd. Het liefst was ik met mijn hoofd door een muur gebroken. Werkelijk ondraaglijk was die pijn. Na twee dagen en wel vijf smeekbedes aan een nood- tandarts had ik eindelijk een afspraak bij de tandarts. De avond ervoor las ik op internet dat Aleve wel eens kon helpen. Na een tablet samen met een paracetamol ingenomen te hebben werd de pijn na een uurtje draaglijker. Enkele uren daarna stond ik zonder pijn klachten bij de tandarts op de stoep. Ik kreeg een kuurtje mee. De volgende dag werd de behandeling afgemaakt en dat zonder verdoving. Die paar dagen met ondraaglijke pijn waren verschrikkelijk en wens ik niemand toe. Ik heb het overleefd maar kan me goed voorstellen dat iemand dit soort pijnen maanden jaren lang met zich mee moet slepen een ongelooflijk moeilijk leven moet hebben. Ik zelf stond al aardig te tollen op mijn benen na flinke hoeveelheden paracetamol(onverantwoord veel) maar hoe moet het zijn als je nog sterkere morfine preparaten slikt of er grote hoeveelheden alcohol bij gebruikt. Ik wil er niet aan denken alhoewel ook ik een periode heb gekend dat mijn leven er zo uit zag. Daar wil ik niet meer aan denken.

Pijn is vervelend. Soms helpen pillen, soms wat afleiding. Met sommige pijnen valt te leven. Pijn moet je echter serieus nemen. Zowel de pijnen van jezelf als de pijnen van een ander. Pijn verdient respect . En de mensen die al dan niet met pijn kunnen omgaan verdienen dat respect ook. Sta daarom af en toe eens stil bij het begrip pijn want pijn is nooit simpel, nooit echt te omschrijven maar wel degelijk iets om bij stil te staan.

 

23Het  feestje met de rode Ferrari.

 

Wat betekent gehandicapt zijn voor mensen? Er is natuurlijk een verschil in het zelf gehandicapt zijn en het kijken naar een ander die gehandicapt is. Als je duidelijk moet maken wat dat verschil is is er een onderscheid als je dat moet doen aan kinderen of volwassenen alhoewel?  Ik schreef dit verhaal 11 jaar geleden.

Tringgggggggggggg De telefoon gaat en Petuel neemt op. Het was de moeder van kawtar een vriendje van hem uit de klas waar hij een jaar geleden op zat. Hij was verhuisd naar een nieuwe straat en was naar een ander soort school gegaan. Hij had al zijn vriendjes erg gemist, en was heel blij dat zijn vriendje nog aan hem gedacht had. Zijn moeder vroeg of hij zin had om op het verjaardagsfeestje van Kawtar te komen. Dat had Petuel wel. Ja, natuurlijk riep hij blij. Maar hij maakte zich ook een beetje zorgen. Hij zat in zijn rode Ferrari en zonder hem kon hij nergens naar toe. Hij vroeg dan ook of hij zijn rode Ferrari mee mocht nemen en of er wel plaats voor was in het huis van Kawtar. De moeder zei dat het geen probleem was en dat hij zijn rode Ferrari rustig mee mocht nemen. Moeder vroeg nog of hij dat hele eind met zijn auto zou komen rijden. Nee  hoor, mijn moeder komt me brengen met de pausmobiel. Antwoordde Petuel. Zijn moeder vond het maar een vreemde zaak. Een rode Ferrari? En een Pausmobiel? De moeder van Kawtar vond Petuel maar een beetje vreemd, maar dat gaf niet. Petuel en Kawtar waren al zo lang goede vrienden.

Toen Kawtar terug kwam uit school vroeg hij meteen of Petuel ook zou komen. Ja, zeker zei zijn moeder en hij neemt zijn rode Ferrari mee. Dat is toch een autootje vroeg hij, speelt hij daar dan nog mee? Hij is toch ook al 10 geweest, dan speel je toch niet meer met speelgoed autootjes? Dat weet ik niet hoor maar dat mag toch wel ook als je al tien bent? Jij speelt toch ook nog met je power rangers. Ja, dat is waar. Ik vind het erg leuk dat hij komt ik heb hem al zo lang niet meer gezien. Zou hij nog steeds ziek zijn? Dat weet ik niet hoor maar dat vraag je maar aan hem als hij komt. Petuel was namelijk de laatste maanden op hun school  afwezig geweest. En toen waren ze verhuisd. Nee, Kawtar was heel benieuwd hoe het met zijn vriendje zou zijn.

De dag van de verjaardag was aan gebroken. Kawtar was erg zenuwachtig. Er waren al een heleboel kinderen bij hem thuis aan het spelen. Alleen Petuel was er nog niet.

Daar ging de telefoon. Zijn moeder nam op. Het was voor Kawtar. Ja met Kawtar. Het was Petuel. We komen er aan ga maar buiten staan dan kun je onze Pausmobiel zien. Voordat Kawtar wat kon vragen had Petuel al opgehangen. Hij komt er aan, we moeten buiten op hem staan wachten.

Ze gingen allemaal naar buiten.  En daar kwam een auto aan die ze nog nooit gezien hadden. Het was een auto met een heel hoog dak en allemaal grote ramen er in.* De auto stopte en de achterklep ging open. Een hele grote elektrische rode rolstoel kwam er uit gereden en wie zat er in? Petuel.

Hij had een groot pak voor op zijn rolstoel staan met een mooie rode strik eromheen.

Gefeliciteerd riep Petuel dit is voor jou.

Ze gaven elkaar een hand. Eigenlijk zouden ze elkaar eigenlijk wel een zoen willen geven maar dat doen jongetjes van 11 meestal niet.

Gelukkig konden ze naar binnen rijden en was er genoeg plaats in de woonkamer voor Petuel en zijn rode Ferrari. Zijn moeder zuchtte opgelucht. Dat had ze niet verwacht. Dat de rode Ferrari een rolstoel was. Dat had ze niet geweten.

Later vertelde Petuel dat hij een spierziekte had en niet meer kon lopen. Maar dat gaf niet want hij reed rond in een rode ferrari en werd door zijn moeder gebracht in een Pausmobiel.

  • Een Reanault express met verhoogd dak.

 

 

24. Waarom moeilijk doen.

Ik ben er een voorstander van, om alles zelf te doen wat ikzelf kan.  Een ander lastig vallen omdat jezelf te lui bent is niet mijn ding. Er zijn echter uitzonderingen. Soms kost iets je zoveel energie, hoofdbrekens en irritaties dat je eigenlijk gek bent om jezelf dat aan te doen.

Installatie apparatuur en meubels.

Ik weet niet hoe jullie dat ervaren maar de gebruikshandleidingen zijn vaak onbegrijpelijk. Geschreven in een andere taal of zelfs in het Nederlands onbegrijpelijk. Ik vind het in ieder geval lastig om de tv kanalen van een nieuwe tv in te stellen. Al helemaal als je allerlei computer hulpmiddelen moet gebruiken om een apparaat zelfs maar op te starten. Ik geef lierver wat extra uit, dan komt er een monteur die de hele boel in enkele minuten aan de praat krijgt. Ik kijk dan toe hoe het gebeurt, en voor een volgende keer weet ik het ook. Kasten en andere meubels die je zelf in elkaar moet zetten probeer ik niet aan te schaffen. Het in elkaar zetten kost uren en ik houd altijd onderdelen over. Erger nog ik heb eens een kastje gekocht bij Ikea en de spanningen bij het in elkaar zetten liepen zo hoog op dat ik de hele kast in elkaar trapte, en bij het grofvuil zette. Dit soort simpele klussen kosten grijze haren, huwelijken en maagklachten. Als je er al niet van aan de drank geraakt. Nee dat soort dingen laat ik lekker aan anderen over. Ook die komen er komisch genoeg lang niet altijd uit. Een monteur liet eens een kastonderdeel uit zijn handen vallen wat me een terug gave van enkele tientjes bezorgde. Een monteur van de interactieve Tv was drie uur bezig voordat hij het opgaf. Nee er staat dan wel, “ simpel” zelf te doen, maar ik geloof er niet in en begin er het liefste niet aan.

routeplanners

Ook de weg vragen. Er zijn van die mensen die altijd roepen” we vinden het wel”. Zelfs met de modernste routeplanners komen ze er niet zonder de nodige zuchten, scheldpartijen, en frustraties. Soms zijn plaatsen die je wil bezoeken verborgen, staan niet aangegeven in routeplanners. Door allerlei wegwerkzaamheden helpen routeplanners niet en wordt je alle kanten opgestuurd. Ik, vraag gewoon de weg als ik er  bijna ben als dat nodig is. Niet dat het altijd garantie bied dat je er dan ook komt maar dan kan ik een ander de schuld geven. En dat is veel leuker.

Zelfkennis.

Gemak dient de mens. Natuurlijk doe ik gewoon meestal dat wat ik zelf kan. Maar ik ken mijn beperkingen. Sommige dingen kan ik niet en wat misschien erger is ik wil het niet leren ook. Tenslotte zijn er ook mensen die er hun geld mee verdienen en die wil ik niet werkloos maken. Eigenlijk ben ik dus zeer sociaal bezig als ik niet alles zelf wil doen.

Trots en eer gevoel heb ik niet zoveel als het gaat om een probleempje op te lossen. Dan lijk ik wel lui of onzeker. Maar het gaat me er om iets te bereiken. De weg te vinden, een pakketje in elkaar te zetten of de weg te vinden. Dan vraag ik graag hulp. Te vaak heb ik me zelf in de moeilijkheden gebracht terwijl het niet nodig was. Dat geld net zo goed voor problemen van medische, psychische of sociale aard Niemand kan alles alleen doen. Soms heb je hulp nodig, ook al denk je misschien dat je alleen kunt doen. Dat is een vals idee. Het is vaak een manier op juist waarheden te ontvluchten, ze te ontlopen. Anderen kunnen je op realiteiten wijzen die je zelf niet meer ziet.. Maar daarover later misschien.

 

25. Veerkracht

Het is ongelooflijk waar mensen toe in staat zijn als de nood aan de man komt. De wonderbaarlijkste dingen kunnen gebeuren. Het is geen broodje aap verhaal maar er was inderdaad een vader die een deel van een auto optilde (meer dan 100 kilo) om zijn kind te redden. In oorlogen verrichten mensen helden daden. Tijdens natuur rampen verrichten mensen ongelooflijke prestaties om zich zelf of anderen van de dood te redden. Mensen met dodelijke ziekten overwinnen die zonder dat daar verklaarbare oorzaken voor aan te geven zijn.

Mensen hebben krachten in zich die ze zelf niet voor mogelijk hebben gehouden.  Wij als mantelzorgers en ouders van een zoon met ernstige handicaps leveren hoe moeilijk het ook is alle zorg die onze zoon nodig heeft. Van een afstandje lijkt het onmogelijk, toch doen we het. Dat geld voor vele andere mantelzorgers die hun naasten verzorgen. Zij doen het werk dat “normaal”door professionele zorgverleners gedaan worden die het in acht uur diensten doen en zich houden aan allerlei arbo regels die overbelasting van hen voorkomt. Mantelzorgers kennen die regels niet. Ze werken vierentwintig uur per dag. Ze doen medische en verpleegkundige handelingen waar de professionals voor opgeleid moeten worden, maar die zij met vaak summiere instructies gewoon doen.

En zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen. Kinderen die voor hun leeftijd, ongelooflijke inzichten laten zien in het menselijke functioneren. Die haarfijn aanvoelen hoe hun ouders problemen hebben die anderen niet eens zien. Blinden zien zonder hun ogen te gebruiken. Doven die meer horen dan mensen  zonder doofheid. Mensen die na herseninfarcten toch functioneren. Andere delen van de hersenen nemen het over zonder dat daar wetenschappelijke verklaringen voor te vinden zijn. Mensen met handicaps leveren top prestaties in de sport.

De menselijke natuur heeft veel meer  in huis dan je zo zou denken. Mensen ontwikkelen krachten in extreme omstandigheden. Dit kan niet opgeroepen worden, het gebeurt pas dan wanneer het nodig is. Hoe lang kunnen mensen zonder slaap als ze verliefd, verdrietig, kwaad of onder druk staan? Hoe veel werk wordt er verzet als een deadline gehaald moet worden?

Vergeleken met de dieren zijn mensen eigenlijk zwakke wezens maar pas als de nood aan de man komt kunnen ze ineens veel meer. Niet ontdekte krachten komen boven, energieën worden aangeboord waarvan je niet wist dat ze er waren. Er is dus nog heel wat te ontdekken aan het mens zijn. We gebruiken slechts een klein deel van onze hersenen, en onze andere lichamelijke mogelijkheden worden slecht voor een klein deel gebruikt. Dieren hebben geen reserves ze gebruiken alles wat ze hebben. Ik   ben benieuwd  wat er gebeurt als wij als mensen alles gebruiken. Misschien worden we wel supermannen en vrouwen.

26. Slapen

Na veertien dagen zonder slaap en nog steeds wakker besloot ik dat er wat moest gebeuren. Een speurtocht naar de oorzaken van mijn niet slapen, leverde bij artsen niets op. Bij toeval kwam ik in een klein winkeltje, die gespecialiseerd was in religieuze en new age boeken. Op een tafeltje lag een kleine folder van een slaap professor. De folder werd me door een man in de handen gestopt met de woorden; misschien is het wat voor u? Na enkele uren dwalen in de binnenstad van Amsterdam, kwam ik in een klein hofje waar die professor woonde. Op het huisnummer vond ik  tussen coniferen verborgen, een deurtje. Een bel was er niet  dus ik klopte maar op de deur. Ergens achter de deur, hoorde ik wat gestommel, en de deur zwaaide open. Er stond niemand achter de deur, maar ik hoorde ergens van achteren een diepe brommende stem, roepen dat ik maar door moest lopen. Het gangetje was verlicht met brandende kaarsen en aan het eind was een soort glazen poortje. Ik trad binnen en werd verrast met een hel verlicht vertrek, waar ik een man gehuld in een blauw gewaad aantrof. De man had een lange grijze baard en had een kaal hoofd. De man leek me de 80 zeker gepasseerd maar hij had heldere blauwe ogen. De man knikte me toe en wees op een ouderwetse sofa. Ik wilde de man een hand geven maar hij wees weer naar de sofa,waar ik enigszins nerveus op plaats nam. Dus u slaapt al veertien dagen niet? Vroeg de man. Hoe die man dat wist snapte ik niet, maar ik antwoordde bevestigend. De zoon van Nyx heeft u in de steek gelaten, en Thanatos bedreigt u. Ik stamelde onzeker wie? Wat? Waar heeft u het over. Ik las dat u gespecialiseerd was in de slaap antwoordde ik. De man zuchtte diep en boog zijn hoofd naar beneden, waar hij probeerde onder de grond te kijken zo leek het mij. Luister; Hypnos ook wel Somnus genoemd is de God van de slaap en zoals u ongetwijfeld weet leid een langdurig gebrek aan slaap tot de dood. De tweelingbroer van hypnos is Thanatos de God van de dood. Ze leven beiden in de onderwereld. Zij hebben u uitgekozen als doelwit om een onderlinge strijd uit te vechten.. Een grote vraag is of er bij sprake is van een directe aanval of dat Hypnos een streek uithaalt met zijn broertje. Ik voelde me steeds ongemakkelijker. Wie bent u en waar heeft u het eigenlijk over vroeg ik bedeesd. Ik ben Professor Tasos alhoewel men me ook wel Phantasos noemen. Ik ben een nakomeling van Hypnos en ben door een ondoordachte actie naar de aarde verbannen. Maar daarover later misschien. Het is geen toeval dat u hier bent. Ik legde de folder in het boekenwinkeltje en Icelus een broertje van me zorgde ervoor dat u het in handen kreeg. Ik heb nog steeds contacten in de onderwereld en hoorde van Phobetor een andere broer van me, dat er een mens gebruikt werd als doelwit om te gebruiken in de strijd tussen Hypnos en Thanatos. Ik schudde mijn hoofd. Waar gaat dit over dacht ik, en net toen ik meer uit de professor wilde halen voelde ik een tocht in mijn rug. Er verschenen drie mannen. De een in een modern pak de ander in een ridderpak inclusief zwaard schild en helm. De derde man zag er uit als een straatvechter. Lang breedgeschouderd, kaal hoofd, en een dodelijke blik in de ogen. De professor oftewel Phantasus pakte drie stoelen en de drie gingen naast hem zitten. Nu mijn broers gearriveerd zijn kunnen we net zo goed alles uitleggen. Die man die er zo keurig uitziet is Icelus. Hij is de god van de realistische dromen. Die ridder is Morpheus de god van de dromen over helden en koningen. Die engerd is de god van de dromen over angsten. Ik ben de god van de fantasie. Het begon me te duizelen en Phantasos zette een glas water voor me neer.

En Phantasos vertelt. Hypnos en Thanatos strijden al eeuwen lang om het recht te hebben te heersen over donker, de slaap en de nacht. Beiden vinden ze dat zij de enige mogelijkheid van rust bij de mens bieden. De mens is in zijn onvolledigheid niet in staat zonder rust en ontspanning lange tijd te functioneren. Ze hebben slaap dan wel de dood nodig. Nu Heeft Hypnos zijn tweelingbroer uitgedaagd een mens naar de dood te lokken door een mens te laten voortleven zonder de slaap. Thanatos heeft de uitdaging aangenomen. Wij als nakomelingen van Hypnos maken ons ernstige zorgen dat Hypnos vals speelt en de mens, jij dus, net als eeuwen geleden Endymion de kracht gegeven heeft om met ogen open te slapen. En dat is verboden. Wij zijn namelijk aangesteld als scheidstrechters om de strijd tussen Hypnos en Thanatos te bewaken.

Langzaamaan begon ik er iets van te snappen. Dus Hypnos houdt me bewust uit de slaap zonder me dood te laten gaan. Met die kracht slaap ik wel mar dan met open ogen. En wat als dat inderdaad zo is, dat ik die kracht heb. Pakken jullie hem dan af?

Dat is inderdaad de bedoeling antwoordde Icelus met een wijze door medegevoel getekende ogen. Maar dan ga ik dood antwoordde ik. Dit begon steeds angstiger te worden. Ik moest hier weg wezen. Mijn blik dwaalde naar de glazen deuren achter me en ik wilde al opspringen maar ik was te laat. De kale enge man greep me vast en Icelus pakte uit zijn colbertjasje een soort zaklampje en richtte het op mij. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Morpheus echter opspringen en hij plaatste zijn schild voor mij om me te beschermen tegen het zaklampje. Morpheus schreeuwde dat ik een held was een waarlijk ridder van de menselijke koningen.

We zaten in een pat stelling. Ik kon geen kant op en die zogenaamde goden wisten niet meer welke kant ze op moesten. Het was tenslotte Phantasos die een beslissing nam. Hij pakte een boek uit een kast die vlak achter hem stond. Hij sloeg het open zocht een pagina uit en scheurde hem er uit. Het leek wel alsof de hele kamer in brand stond en de goden doken weg. Ik greep mijn kans en sprong naar de glazen deuren. Ik wrong me er doorheen en vluchtte de straat op. Een vrachtauto dook op en ik kon hem niet meer ontwijken. Het volgende moment raakte de vrachtauto me voluit en alles werd zwart.

Na een tijd ik weet echt niet meer hoelang, deed ik mijn ogen open en ontwaarde tot mijn verbazing een wekkerradio die me bekend voor kwam. Ik draaide me om en zag dat mijn vrouw naast me lag. Ik had alles gedroomd. Ik stond op en liep naar de huiskamer toen de deurbel ging. Ik zag dat het na 700 uur was en vond het vreemd dat er zo vroeg al iemand aan de deur was maar ik liep naar de deur. Ik maakte hem open en zag dat………………….

 

Wordt vervolgt…………………

Er stond een man voor de deur. Een knappe man. Hij had twinkelende ogen, lang blond haar en een gespierd lijf. Ik werd op slag verliefd. Nu ben ik gelukkig getrouwd maar als ik een man zou kiezen dan zou deze het moeten worden. De man knikte me vriendelijk toe. Mijn naam is Endymion, ik heb begrepen dat u een probleem heeft? Ik schrok me wild. Wat is dit? Ik draaide me om en zag dat mijn huis verdwenen was. Ik was op een weiland vol schapen. Ik sliep nog of was ik nu wakker?. Ik wist het niet meer. Uit pure wanhoop kneep ik mezelf zo hard ik kon in mijn elleboog op het plekje waar de telefoonzenuw liep. Ik kon een kreet van pijn niet onderdrukken maar de schapen en de wei bleven. Ik was dus wakker. Ik draaide me om en de man stond er nog maar niet in een deur maar stijl vol geleund tegen een boompje. Tja zei de man met een mooie diepe stem. Het valt niet mee met je ogen open te slapen en niet te weten of je slaapt of dat je wakker bent. Hij vervolgde; ik kan je helpen maar dan moet je doen wat ik zeg en geen vragen meer stellen. Ik was onder de indruk van de overtuigende manier waarop de man tegen me sprak en besloot mijn lot maar in zijn handen te leggen. Of ik nu wakker was of sliep het maakt me niets meer uit. Ik zou wel zien wat er gebeurde. Ik kon geen woord uitbrengen dus ik knikte maar. De man nam mijn hand in de zijne en trok me met zich mee. We liepen verder de weide in. Een eindje verderop zag ik een beekje lopen en we liepen erheen. Bij het beekje aangekomen liet hij mijn hand los en knielde bij het water. Hij gebaarde me dat ook te doen en zo zaten we samen op onze hurken bij het beekje. Je zult wel heel wat vragen hebben maar ik kan er slechts eentje beantwoorden op dit moment. Ik dacht na. Wat moest ik vragen ik had zoveel vragen. Ik besloot in ieder geval te willen weten of ik nu sliep of niet. Maar ik vreesde dat ik in deze droom als het dat al was, daar vast geen antwoord op te krijgen. Het laatste wat ik me uit de werkelijkheid herinnerde was een vrachtauto die me raakte. Dus ik begon maar met de vraag; Ik zag en voelde een vrachtauto me raken wat is er gebeurd? Endymion grinnikte en hij antwoordde. Je bent geraakt maar door de krachten van mijn vriendin Selene werd de schade aan je lichaam hersteld. Je kwam echter even in de handen van Thantos en het kostte enige overredingskracht om hem te dwingen je los te laten. Na je genezing belandde je weer bij ons in de onderwereld. Ik snapte er nog steeds niet veel van maar in ieder geval wist ik dat de vrachtauto reëel was geweest en dat een of andere Selene me van de dood gered had. Noem je dit een onderwereld? Het is hier prachtig. De onderwereld is niet alleen de bekende hel maar ook een mooi oord waar wij Oneiroi ons kunnen ontspannen. Of ik nu aan het dromen ben of dat het echt gebeurd weet ik niet maar ik werd moe van al die indrukken. Ik zuchtte diep en boog mijn hoofd. Kop op maak je niet druk, het komt wel goed hoor sprak Endymion. Ik zal je wat uitleggen vervolgde hij. Hypnos heeft mij vervloekt met een kracht waardoor ik in staat ben met ogen open te slapen. Hij deed dit zodat ik zelfs in mijn slaap altijd mijn geliefde Selene zou kunnen zien. Ik dacht nog bij mezelf dat is toch leuk en zei dat ook tegen  Endymion. Dat lijkt zo maar, wat Hypnos en ik niet wisten was dat Selene tijdens mijn slaap de liefde bedreef met mijn broertje Icelus. Ik knikte, en bedacht wat een vloek dat moest zijn voor hem. Selene en ik hebben het weer goed gemaakt, tenslotte speel ik ook nog al eens buiten, en zoals je wel kan zien heb ik geen moeite de nodige vrouwen in mijn stede te krijgen.  Maar goed laten we ons nu eens om jou concentreren vervolgde Endymion. Ook jij hebt die vloek gekregen van Hypnos en dar moeten we je van af helpen voordat Thanatos er achter komt. En hoe doen we dat antwoordde ik met een angstig voorgevoel. Och zei Endymion dat is simpel; Je dompelt je hoofd in deze beek en de vloek is weg.  Dat is makkelijk dacht ik bij mezelf, en wilde mijn hoofd al in het water stoppen, toen er een luide knal weerklonk. In het water rees een reus op. Met een donderend geluid hoorde ik een stem. Doe dat niet want dan zul je je ogen nooit meer kunnen gebruiken. Ik keek Endymion aan en zag dat die helemaal wit werd in zijn gezicht. Ik keek weer naar de reus die langzaam kromp tot een normale menselijke gestalte. Hij stond met zijn enkels in het water en stak zijn hand uit om die van mij te schudden. Ik ben Hypnos en ik wil je mijn excuses maken. Sprakeloos keek ik de man die Hypnos heet aan. Die zogenaamde zoon van mij wil zich voor mijn geschenk bedanken, door jou het zicht te ontnemen. Kijk eens hoe dankbaar hij is. Als je je hoofd in de beek had gestopt was je altijd blind gebleven. Je was van mijn cadeautje af geweest dat wel. Plotseling werd het donker en er verscheen een bliksemflits. Een seconde later stond er nog een man naast Hypnos. En daar is Thantos verzuchtte Endymion. Laten we er mee ophouden Hypnos. Ik ben die spelletjes zat. Hypnos knikte. Jou spreek ik nog wel knikte hij Endymion toe en met een wijds gebaar klapte hij zo hard in zijn handen dat het leek of de hele wereld ontplofte. Ik had mijn ogen dicht gedaan maar deed ze nu weer open. Ik lag weer in mijn bed. Mijn vrouw lag naast me. De wekker radio stond er nog en gaf  acht uur aan. De telefoon naast me ging en ik zag dat het een intern gesprek was. Ik vroeg wie is daar. Wil je me draaien vroeg mijn zoon, en ik moet plassen.

Ik was wakker.

 

 

 

Orpheu Negreu van Jean Cocteau .

 

Icelus was in de Griekse mythologie een van de Goden van de dromen. Samen met zijn broers Morpheus, Phobetor en Phantasos verzorgde hij de dromen.

Icelus zorgde voor realistische, Phobetor voor angstige, Phantasus voor fantasierijke dromen en Morpheus voor dromen over helden en koningen. Hun vader was Hypnos, de god van de slaap.

 

Hypnos (Grieks: Ὕπνος) of Somnus (Latijn) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de personificatie van de slaap. Zoon van Nyx (de Nacht), tweelingbroer van Thanatos (de Dood). Hij en zijn broer leefden in de Onderwereld.

Zijn nakomelingen waren de bekende Oneiroi, die alle zaken voorstelden die in dromen kunnen voorkomen. De Oneiroi bestonden hoofdzakelijk uit: Morpheus, Phobetor, Ikelos, en Phantasos.

Hypnos schonk Endymion de kracht om met zijn ogen open te slapen, zodat hij zijn geliefde, de maangodin Selene, altijd zou kunnen aanschouwen

27. Dodenherdenking 2014

 

Vandaag is het dodenherdenking. Wij herdenken dan alle doden die gevallen zijn in de tweede wereldoorlog, nu meer dan 70 jaar geleden. Vooral staan we stil bij de miljoenen joden die in vernietigingskampen gestorven zijn door het nazi bewind. Ik ben zelf iets meer dan 10 jaar na de oorlog geboren. Wij hadden het thuis in mijn jeugd niet rijk. Het land was nog volop in opbouw en de oorlogsjaren hadden nog steeds een invloed. Toch heb ik in mijn schooljaren nauwelijks iets gehoord van de verschrikkingen van Auswitsch, Dachau, Bergen Belsen, Westerbork en andere concentratiekampen. Dat kwam pas veel later toen de televisie zijn intrede nam. Ik zag als 17 jarige voor het eerst beelden van die verschrikkingen en begon toen pas, me iets te realiseren van die verschrikkingen. Nog later in mijn twintigers hoorde en las ik steeds meer over die periode en toen begonnen bij mij ook vragen op te komen over het oorlogsverleden van mijn ouders. Veel vertelden ze er niet over. Een oom had onder gedoken gezeten om aan de arbeidseinzats te ontkomen. Verhalen over joden die weggevoerd werden, verzetsmensen die geëxecuteerd werden, onderduikers, wij hoorden er niets over. Toch moeten zij toch ook een leeftijd gehad hebben waarin ze zich bewust moeten zijn geweest van die zaken. Waarom vertelden ze er niets over? Die oorlogsjaren moeten een onuitwisbare indruk op hen hebben gemaakt. Toch konden ze of wilden ze er niet over praten. Ook mijn grootouders lieten er niets over los. Ik vond eens een grote granaathuls bij mijn oma. Na veel aandringen vertelde ze dat er luchtafweergeschut bij haar in de achtertuin had gestaan. Hoe dat allemaal in zijn werk ging wilde ze niet vertellen. Er moeten Duitsers vlak bij hebben gezeten en misschien waren ze wel bij haar binnen geweest. Ze liet er niets over los. Soms hoorden we een klein beetje. Onder de trap in het huis van mijn moeders moeder waren krassen te zien. Die had mijn moeder en haar zussen aangebracht tijdens bombardementen. Ook vertelde ze eens dat ze op het platteland logeerden op een boerderij .Het hoe en waarom ze daar zaten ben ik nooit te weten gekomen. Mijn grootouders en mijn ouders zijn inmiddels al jaren geleden overleden en ik kan het hun niet meer vragen. Ik vraag me af of ik het wel wil weten. Want hoe moet die tijd met al die verschrikkingen geweest zijn voor hun? Hoe is het mogelijk dat het Nederlandse volk dit allemaal getolereerd heeft. Slechts zo weinig mensen zijn in het verzet geweest. Ik besef dat niemand precies zeker weet hoe hij of zij zal reageren als je eenmaal in een dergelijke situatie bent en ik kan ook niemand daarvoor veroordelen. Het gevoel van schande en schaamte zal een belangrijke oorzaak zijn van het verzijgen. De jaren na de oorlog waren moeilijk. Alles moest opnieuw opgebouwd worden en er was veel armoe. Of dat een excuus is, weet ik niet. Het gaat vooral om het nu. Wat we kunnen leren van het verleden.  Het is  belangrijk dat wij ons bewust zijn dat er weer zoiets kan gebeuren. Kijk wat er nu allemaal gebeurd in de wereld. Zo heel ver van ons vandaan is het ook niet. Bosnië is nog niet zo heel lang geleden geweest. Ik vind het een goede zaak dat we niet alleen de tweede wereldoorlog maar herdenken maar dat we aandacht besteden aan alle slachtoffers van oorlogsgeweld. Oorlog maakt al wat het goed en kwaad is in mensen los. Laten we hopen dat het niet meer gebeurd. Niet alleen hier maar overal in de wereld. Alleen door ons bewust te zijn van het verleden maakt dat we nieuwe oorlogen kunnen voorkomen. En daar waar ze er toch voorkomen er over te berichten. Beelden te tonen op de televisie en te schrijven in kranten. Daar waar mogelijk is, oorlogsmisdadigers en ook de verantwoordelijke politici voor het gerecht te brengen. Elk jaar gaan wij, ook onze kinderen, naar een herdenking. Dat doen we uit respect voor alle gevallen slachtoffers maar ook uit respect voor de wereld waarin we leven.

Herdenken is niet alleen kijken naar het verleden en de doden  maar vooral kijken naar het nu en de levenden.

 

 

28. Gratis speech

 

Wat doe je als je een taak hebt in de viering van een huwelijks jubileum of een andere viering? Je moet een paar woorden zeggen en misschien zelfs een speech houden. Voorgedrukte speeches zijn er niet. Zonder in al te veel intieme detailles te treden zou je dan gebruik kunnen maken van deze speech. Ik heb deze speech gehouden binnen onze familie maar heb de namen veranderd door een X en een Y.

Bij deze een gratis speech dus in de aanbieding. Bespaard een hoop tijd.

Als je behoefte hebt aan andere speeches dan hoor ik dat graag. Voor een vergoeding schrijf ik er een over elk gewenst onderwerp.

Mijn e-mail adres vind je in het begin van de site

 

 

Beste X en Y

Er is geen enkele twijfel over de status van het huwelijk van X en Y. Het is immers een wettelijke,  geregelde formele samenlevingsvorm. Het is ook een fundament van hun gezin. Belangrijk om te weten is dat dit huwelijk een legaal  sociaal en geaccepteerd fundament is,  als seksuele relatie en familie verband in onze samenleving.

Nu we dit nog eens  duidelijk onder ogen hebben genomen en geluisterd hebben naar de vorige sprekers,   moeten we concluderen dat er aan de algemene voorwaarden waaraan een huwelijk moet voldoen volledig voldaan is.

Een ander bijzondere punt is het feit dat ze al meer dan X jaar bij elkaar zijn., en dat is vrij uitzonderlijk. Nu zijn er nog miljarden andere mannen en vrouwen aan wie men zich kan koppelen. Waarom dan juist de keuze gemaakt,   voor een langdurige verbintenis tussen maar twee mensen? Er is keuze genoeg. Blond zwart, bruin jong en oud, rijk arm,   de diversiteit van de keuzes die een mens heeft zijn groot. Eigenlijk zou je jezelf tekort doen om je zo te beperken.  Blijkbaar is er iets wat deze twee mensen heeft doen besluiten,   zich tot elkaar te beperken. Zo zijn er mensen die alleen maar pindakaas van een bepaald merk eten. Andere merken vinden ze niet zo lekker zien er niet zo goed uit of zijn niet betaalbaar. Sommige mensen kiezen voor maar één automerk en zullen niet te vinden zijn in andere auto’s. X en Y kiezen voor elkaar. Er is blijkbaar iets wat hun bevalt. Andere opties zijn er niet. . Andere vrouwen zouden nooit voor X gekozen hebben, net zo min als andere mannen voor Y gekozen zouden hebben. Vreemd dat ze blijkbaar zo ideaal zijn voor elkaar.  Nu staan geen van beiden in de advertenties afgebeeld!!!!  als de ideale man of vrouw    en worden ze op de televisie niet aangeprezen als de ideale levenspartner. Als dat wel zo zou zijn,      zouden dan miljarden mensen niet alles willen doen en betalen om Y of X in bezit te krijgen?    Raar dat er niet geadverteerd word.

Toch lijkt het aan de buitenkant nog vreemder. Niet alles in hun leven liep op rolletjes. Een man die uitgezonden werd naar het buitenland, eindeloze verhuizingen, ziekten, andere zorgen. Kortom genoeg redenen om rustige wateren op te zoeken,   bij andere mensen en zoals gezegd,      keuze genoeg. Nee het blijft vreemd.

Nu kun je van alles verzinnen om dit te verklaren. Wettig en overtuigend is dan wel bewezen dat ze al meer dan X  jaar bij elkaar zijn,    maar het waarom,    is en blijft een raadsel. Theologen, wetenschappers, en filosofen hebben al van alles geprobeerd om overal verklaringen voor te verzinnen maar een verschijnsel als dit, deze verbintenis tussen X en Y valt gewoon niet te verklaren.

Nu is er  wel een antwoord op deze prangende vraag te bedenken,   maar de oplossing daarvan is net zo onbegrijpelijk als het antwoord. Want,    wie kan liefde omschrijven. Wie kan werkelijk begrijpen wat de liefde tussen deze twee mensen betekend?  Niemand ! De enigen die dat kunnen  voelen zijn Y en X. Ze kunnen  zelfs,   zelf niet exact omschrijven wat die liefde precies is. Ze kunnen hun best doen het duidelijk te maken maar niemand zal het werkelijk begrijpen.  Alleen zij weten het en voelen het en daar gaat het om. Voor hun is dit feest iets intiems. Voor hun is het iets van hun beiden. Mooier kan het niet. Iets voelen,   iets weten,   wat niemand anders weet. Het is het grootste geheim wat er bestaat en dat delen ze samen. Ik, en ik denk alle aanwezigen, zijn blij dat  wij, daar slechts een heel klein beetje deelgenoot van kunnen zijn.

 

29. Geloof

De zon was net op en ik begon aan mijn wandeling. Ik wilde een route lopen die langs enkele mooie plekken langs de bergen voerde. Ik had gehoord van de eigenaren van het pension waar ik logeerde dat het een mooie maar goed begaande route was. Oostenrijk had ik altijd al een mooi land gevonden. Niet in de winter, want ik had nog nooit geskied. Bovendien wilde ik de echte toeristische tijd ontlopen. Ik had geboft want er was geen wolkje te zien. De temperatuur begon al wat op te lopen en volgens de verwachtingen zou het zo’n dertig graden worden vandaag. Omdat ik boven de twee duizend meter hoog wilde komen was ik niet bang voor te hoge temperaturen. Het eerste half uurtje liep ik op verharde wegen maar daarna voerde mijn weg over smalle paden door de bossen. Na anderhalf uur gelopen te hebben rustte ik even uit tegen een boom en genoot van de stilte. Ik bestudeerde de wandelkaart en zag dat ik nog steeds op de goede weg was. Na wat water gedronken te hebben en een broodje gegeten had vervolgde ik mijn weg. Langzaamaan verdwenen de bomen en waren er alleen wat lage struiken te zien. Ik moet in het afgelopen kwartier niet opgelet  hebben want het pad was bezaaid met stenen en werd ook steeds smaller. Ook de wandelkaart klopte niet meer. Ik maakte me niet druk maar was blij dat ik mijn bergschoenen aan had. Echt makkelijk begaanbaar was het niet meer. Ik kwam op een splitsing en er stond een wegwijzer. Op de wegwijzer stond een pijltje naar links. Eronder stond in kleine letters in het Duits: alleen voor geoefende wandelaars. Ik ben eigenwijs en nam dus het pad naar links. Al na enkele minuten werd het pad steiler en liep langs een rotswand aan de ene kant en een afgrond aan de andere kant,maar met mijn wandelstok was dat geen probleem. Op een trap heb ik hoogtevrees maar hier in de bergen had ik daar geen enkele last van. Na een halfuurtje kwam ik bij een bordje dat tegen de rotswand aan bevestigd was. Er stond “Via Crucis”. Via kruisen of zoiets vertaalde ik voor mezelf. Ik besteedde er verder niet veel aandacht aan en liep door. Een eindje verderop zag ik tot mijn verbazing een nis in de rotswand. Er stonden kaarsen, in en toen ik dichter bij kwam zag ik dat diep in de nis een schilderijtje hing. Het was een Bijbelse afbeelding van de veroordeling van Jezus. Ik begreep toen ook de zin Via Crucis. Dit pad was een kruisweg. Ik had nu bijna drie uur gelopen en er was alleen nog kale rots en steenslag te zien. Ik was benieuwd waar dit pad heen ging en hoe lang het nog lopen zou zijn naar de bewoonde wereld. Ik had voldoende water bij me en had nog broodjes genoeg bij me dus ik nam de gok. Ik zou gewoon verder lopen. Het was nog vroeg het was net 11:00 uur dus ik had nog de hele dag de tijd. Het pad veranderde in een golfbeweging. Dan weer stijl omhoog dan weer behoorlijk stijl naar beneden. In het daarop volgende uur kwam ik nog meer staties tegen. Jezus neemt het kruis op zijn schouders, Jezus valt voor de eerste keer, Jezus ontmoet zijn moeder Maria. Ik begon mijn kuiten te voelen. Ik was dan wel aardig getraind in het lopen, 10 jaar werken in de verpleging had dat bewerkstelligt maar dat klimmen en dalen was wel erg vermoeiend geworden. Het pad begon wat makkelijker te lopen worden en tot mijn verbazing zag ik dat er een bankje op een plat stukje stond. Het was zeker drie bij drie meter groot en er was een prachtig uitzicht. Ver beneden me zag ik de bossen en boven mij en verderop rees het gebergte op. In een nis was weer een statie te zien. Het was een schilderijtje waar Simon van Cyrene Jezus helpt het kruis te dragen. Niet dat ik die naam en zo allemaal uit mezelf wist maar er waren kleine teksten aangebracht waarin de afbeeldingen werden uitgelegd. Ik bedacht me hoe het voor Jezus was geweest dat er iemand was die hem hielp. Hij moest er wel erg blij mee geweest zijn. Ik vroeg me af of er iemand zou zijn die wat aan mijn zere kuiten zou doen. Ik bleef even op het bankje zitten en at een broodje en dronk wat water. Ik knapte hier van op en vervolgde mijn weg. Ik genoot van de rust, de stilte de prachtige natuur en dacht na over de staties. Wie zou ze aangebracht hebben. Dat moest een hele klus geweest zijn. Die rotsen waren keihard en een elektrische boor gebruiken was hier onmogelijk. Zouden dit heel gelovige mensen geweest zijn? Er waren bij elke statie kaarsen gezet die ook gebrand hadden dus er moesten mensen zijn die deze route gevolgd hadden. Ik rekte me uit en vervolgde mijn weg. Er volgde nog een paar staties met een tussenpoos van een kwartier zag ik de afbeeldingen van “Veronica droogt het gezicht van Jezus af, “Jezus valt voor de tweede keer”, Jezus troost de wenende vrouwen”. Toen tenslotte bij de statie “Jezus valt voor de derde keer”begon ik toch echt moe te worden. Ik struikelde zelfs bijna en realiseerde me dat Jezus niet voor niets gevallen was. Het was inmiddels al drie uur geworden en begon me een beetje zorgen te maken. Terug lopen was geen optie maar hoe ver zou het nog zijn. Ik was nog niet echt bang maar bedacht dat het goed zou zijn als het niet al te lang meer zou duren. Het pad werd gelukkig wat minder stijl en de ondergrond werd wat vlakker. Bij de statie “Jezus wordt van Zijn kleren beroofd”begon ik me wat te ontspannen. Dit veranderde echter toen ik een bocht omging en zag dat het pad bijna loodrecht omhoog ging. Er was een touw aan de rotswand bevestigd waaraan je jezelf omhoog kon trekken. Ik begreep nu waar om er een bordje alleen voor geoefende gestaan had aan het begin van het pad. Toch enigszins  angstig begon ik aan de klim. Elke vijf minuten moest ik hijgend stoppen maar uiteindelijk bereikte ik de top. Bijna lachend van opluchting zag ik zelfs een bankje staan. Nahijgend ging ik zitten en veegde het zweet van mijn voorhoofd. Ik was echt bang geweest besefte ik. Met trillende handen haalde ik mijn flesje water uit mijn rugzak en dronk wat. Ik keek om me heen en werd stil van het prachtige uitzicht. Ik zag dat er weer een nis in de rotswand was aangebracht en zag dat het veel groter was dan de anderen. Ik liep erheen en keek welke statie er in zou zitten. Het waren er twee. De statie “Jezus wordt aan het kruis genageld”en “Jezus sterft aan het kruis”. Ik kon er niets aan doen maar de tranen sprongen me in de ogen. Ik dacht na over de wandeltocht die ik maakte en dacht na over wat ik meegemaakt had. Ik realiseerde me dat ik het verhaal van Jezus wel kende en er zelfs in geloofde. Maar ik had het gevoel dat ik in deze stilte, deze natuur veel meer begreep van Jezus. Is dit dan Geloof? De mensen die deze staties hadden aangebracht moesten veel doorstaan hebben om dit te verwezenlijken. Waar hadden zij aan gedacht? Was hun geloof zo sterk? Ik wist het niet maar voelde een warmte in me heen stromen. Ik at mijn laatste broodje en vervolgde mijn weg. Gek genoeg voelde ik niet zoveel van mijn vermoeidheid meer. Wel merkte ik dat het pad steeds beter begaanbaar werd. Het werd wat breder en het leek of de stenen beter aangeperst waren. Het pad liep af maar was niet stijl dus mijn tempo was aardig. Ik zag dat ik aardig opschoot en na een uurtje zag ik dat er weer struiken verschenen. In de verte zag ik zelfs al bomen verschijnen. Toen ik de boomgrens bereikte zag ik weer een statie. Deze keer niet in een rotswand maar in een houten hut. Het was de statie”Jezus wordt van het kruis gehaald”. Ik vervolgde weer mijn weg en na een halfuurtje doorlopen zag ik dat midden in het bos een kapel stond. Het was een kapel gemaakt van natuursteen. Het was niet zo groot ik denk zoiets als vier bij zes meter maar had wel een kleine toren. Er hing ook een bel in. Het dak van de kapel en de toren was rood. Ik liep er omheen en vond een ingang. Voor de ingang was een flink terrein waar overal planten en bloemen in stonden. Ik verwachtte dat de kapel wel gesloten zou zijn maar het was open. In trad binnen en in een soort voorportaal vond ik de laatste statie”Jezus wordt in het graf gelegd”. Ik maakte de klapdeuren open en zag daar een klein altaar staan. Er brandde twee kaarsen en boven het altaar tegen de achterwand hing een kruis met corpus. De kapel was nauwelijks versierd alleen aan de rechter kant stond een Mariabeeld. Ik knielde en zonder erover na te denken bad ik een klein gebed. Ik voelde me blij en gelukkig dat ik deze tocht had mogen maken en dit kleine kapelletje ontdekt had. In de brochures die in het pension lagen had ik hier nergens over gelezen. Ik was trots dat ik dit mocht meemaken. Ik knielde nog een maal en maakte een kruisteken. Ik had het gevoel dat ik het echt meende. Vandaag heb ik iets van mijn geloof ontdekt in mezelf.  Ik liep de kapel uit en stak het terrein met de bloemen en planten over. Ik zag dat er een hek was en liep erheen. Achter het hek zag ik dat er een geasfalteerde weg lag en zag tot mijn stomme verbazing een hokje langs de weg staan. Het was een bushokje. Op een papiertje stonden de vertrektijden aangegeven. Ik keek op mijn horloge en zag dat het al zeven uur was. Er zou een bus komen om tien over zeven. De bus zou naar het dorp vertrekken naar het dorp waar ik logeerde. Ik glimlachte. Even later kwam inderdaad de bus. De chauffeur begroette me hartelijk. De man vroeg of ik de tocht gemaakt had en ik antwoordde met ja. Dan mag u voor niets mee en ik feliciteer u. Niet veel toeristen doen dat.

In het pension aangekomen kreeg ik een borrel aangeboden van de eigenaar en ik vertelde van mijn   kamer. Ik lag in mijn bed de dag nog eens door te nemen. Is dit nu geloof? Ik weet het niet maar het is wel mijn geloof en ik was er blij mee.

 

30.Oranje

Het was een zwoele avond en ik besloot een eindje te gaan fietsen. Ik had een huisje gehuurd op het platteland. De fiets had verschillende versnellingen,  dus dat het wat heuvelachtig was, maakte me niet uit. Ik had me verwonderd over de sfeer in het dorpje waar ik mijn huisje had. Overal waren oranje kleurige vlaggetjes in de straten aangebracht. Ook het café in de straat was met oranje versieringen bedekt. Zelfs de plaatselijke supermarkt puilde uit van de oranje attributen.

Ik had begrepen dat er wereld kampioenschappen voetbal aan de gang waren en dat het Nederlandse elftal het best goed deed. Ik wist dat oranje de kleur was waarmee Nederland zijn nationalistische gevoelens probeerde kleur te geven maar ik vond het overdreven. Twee jaar geleden was ik in het zelfde dorpje en zag dat alle oranje kleuren al na een paar dagen waren verwijderd. Hoezo nationalisme?

Oranje betekende voor mij altijd een waarschuwing tegen gevaar. Kijk maar naar de stoplichten bij kruisingen, en bij spoorwegovergangen. Eerst groen dan oranje; Pas op het wordt rood. Dus de combinatie gevaar dreigt en het nationalistische oranje stoorde me een beetje. Toch ontkwam ik er niet aan. Ik zag tot mijn irritatie dat de fiets die ik gehuurd had oranje reflectoren had. Ik stopte langs de kant van de weg en probeerde ze te verwijderen. Dit lukte me niet zonder de fiets te beschadigen en ik liet ze dus maar zitten. Ik kwam langs een boerderij en zag dat ook daar overal oranje vlaggetjes hingen.

Bij het volgende dorpje aangekomen zag ik dat er op een pleintje een groot doek opgehangen was. Blijkbaar keek men hier gezamenlijk naar het voetbal want overal op het plein hingen weer die verdomde oranje vlaggetjes. Er hingen enkele jongeren op het plein rond en ook zij waren betuigd met oranje t shirts, oranje hoeden. In het cafeetje op het pleintje besloot ik wat te gaan drinken en sprak daar enkele inwoners die enthousiast vertelde over de prestaties van het oranje elftal.  Ik vertelde de mensen daar dat ik de kleur oranje associeerde met gevaar in plaats van het nationalistische gevoel. De mensen moesten daar om lachen en legden uit dat oranje juist plezier was en de samenhorigheid bevorderde.

Ik snapte er niets van maar begon me wel iets van dat oranje gevoel eigen te maken. Tenslotte was ik ook Nederlander. Die avond speelde Nederland en in de straat vierde men feest. Overal juichen vloeken stiltes en die weer gevolgd door ijselijke kreten. En dat allemaal vlak voor mijn huisje. Onvermijdelijk werd ik meegezogen in het oranje gevoel en besloot ook naar buiten te gaan en mee te feesten. Ja oranje was feest en had niets met gevaar te maken. 

Ik werd meegesleept naar een tent aan het einde van de straat en deed mee met het drankfestijn. Nederland had gewonnen. Ik had veel te veel gedronken en waggelde tegen sluitingstijd de tent uit richting mijn huisje. Ik had blijkbaar de verkeerde weg genomen want ik herkende mijn omgeving niet meer. Een eind verderop was een soort verhoging en toen ik die beklommen had ontdekte ik dat er een paal stond met daarop een prachtig knipperend oranje licht. Vol bewondering keek ik er naar. Ik nam nog een paar stappen om te kijken of er aan de achterkant van de paal ook een oranje licht knipperde.

Ik heb de trein niet horen aankomen en voelde niet hoe hij me raakte. Maar ik ging naar het licht, zwom er naar toe vol vreugde. Ik ging naar het licht………het oranje licht.

 

31. Simpel?

Ik ontsnapte uit mijn ouderlijke huis vaak door lange wandelingen en fietstochten te ondernemen. Het platteland gaf me rust en ik kreeg op die manier, de gelegenheid om te ontsnappen aan allerlei huiselijke spanningen. Ik was jong en druk bezig  iets van de zin van het leven te ontdekken.

Ik woonde destijds in een klein dorpje in Brabant. De gemeente bestond uit verschillende kerkdorpen aan de rand van de Peel. Het gebied bestond uit een grote verscheidenheid van boerderijen, heidevelden bossen en vooral veel weilanden. Voor mij een heerlijk gebied om er op uit te trekken. Vrienden had ik nauwelijks en had eigenlijk niemand om mee te praten over mijn gevoelens en gedachten. Ik las erg veel, en hoewel ik erg jong was las ik alles wat los en vast zat. Van Freud tot Jung van Hermans tot Cremer, en van Tolkien tot Tolstoy. Gelegenheid om over mijn opgedane kennis te praten had ik nauwelijks.  Mijn ouders waren met hele andere dingen bezig, en mijn broers en zussen zag ik amper. Zij hadden wel genoeg vrienden. Ik dacht veel na tijdens de vele wandelingen en fietstochten.

Tijdens een van die tochten zat ik een kopje koffie te drinken in een cafeetje. Naast mij zaten een paar dorpsbewoners te praten. Bij toeval ving ik flarden op van een gesprek. Ze hadden het over een man die kort geleden in een boerderijtje aan de rand van het dorpje was komen wonen.  Het was een vreemde man die in een monnikshabijt rondliep. Hij noemde zich ook monnik. Hij had er een moestuin en had van de stal een kapel gebouwd. Volgens een van de mannen was het een simpele vent die nergens over mee kon praten. Volgens hem spoorde hij niet helemaal. Hij was nooit in de kerk en er liepen allemaal vreemde mensen bij hem naar binnen.

Ik ben niet zo religieus maar ik had wel wat met kerken. Ik had vroeger altijd in kinderkoren gezeten totdat mijn stem brak en ik er uit gedonderd werd. Ik was nieuwsgierig geworden naar die zogenaamde simpele vent en fietste na het adres gevraagd te hebben er naar toe. Aangekomen bij de boerderij zag ik een bordje Ilias  klooster staan. Brutaal belde ik aan. Er deed echter niemand open. Ik liep wat om het gebouwtje heen en keek door de oude stalraampjes, naar binnen. Ik zag dat  er een ruimte was die aan de muren allemaal iconen bevatten. Ook was er een altaar met een prachtig doksaal versierd met gouden iconen. Ik liep eromheen en kwam in een tuin terecht. Nergens waren er hekken.

In de tuin bij een grote appelboom stond een grote man met een enorme baard, gekleed in een zwarte habijt. Hij was appels aan het plukken.  Blijkbaar hoorde hij me, groette me en gaf me een hand. Hij stelde zich voor als Broeder Pachom. Hij vroeg niet eens wat ik kwam doen maar vroeg meteen of ik wat wilde drinken. Hij bood me vlierbessen sap aan. Toch enigszins verbaasd knikte ik en we gingen op een bankje in de tuin zitten. Stil zaten we naast elkaar.

Ik ben niet zo verlegen van mezelf maar hoe start je een gesprek met een simpele ziel? Het was de broeder die de stilte doorbrak en vroeg me wat ik van de rust en stilte vond. Ik vertelde dat ik er van genoot maar ook dat ik het miste om met andere mensen te praten over datgene wat me bezig hield. De man knikte en vroeg met me diep in de ogen kijkend waarover ik wilde praten. Ik legde uit dat ik veel las en noemde een aantal boeken die ik gelezen had. Hij knikte en bewees door voorbeelden te geven dat hij ze allemaal gelezen had. Ik verwonderde me. Zou dit een simpele ziel zijn?

We hebben zeker een uur met elkaar gepraat toen hij me vroeg of ik het klooster al gezien had. Ik ontkende en samen liepen we door de achterdeur naar binnen. Ik bewonderde de kleine sacristie en vertelde hem dat ook. Hij vroeg of ik wel eens in de kerk kwam en ik beaamde dat. Hij begon me van alles te vertellen over de kapel en de vele iconen die er hingen. Zijn dat allemaal echte vroeg ik. Jawel ze komen overal vandaan, uit de hele wereld vooral uit het Oostblok. Ik vroeg hem of hij niet bang was dat ze gestolen zouden worden maar daar maakte hij zich geen zorgen om. Als dat gebeurd dan gebeurt het.

Ik verwonderde me erover dat een, zo duidelijk geleerd man, hier in alle stilte in een klein dorpje verbleef. Hij vertelde dat hij jaren lang een gevierd journalist geweest was en veel geld had verdiend. Maar  hij was niet gelukkig. Daarom had hij zijn heil hier gezocht en gevonden en had dit klooster gesticht. Hij vertelde dat hij hier gelukkig was en leefde met God zonder ooit eenzaam te zijn. Ik bedankte hem voor de rondleiding en vroeg hem of ik eens zijn kerkvieringen mocht bezoeken. Natuurlijk want iedereen is welkom. Antwoordde hij.

Ik vertrok en fietste terug naar huis. Ik vertelde later aan mijn vader waar ik geweest was en dat ik erg onder de indruk was geraakt van de broeder en zijn klooster. Het gesprek wat wij toen hadden was het eerste echt fijne gesprek wat ik met hem had sinds jaren. In de maanden die volgden ging ik elke vrije dag naar de broeder toe. Ik had met hem fijne gesprekken zonder dat er ook maar iets was wat de broeder terug vroeg. Ik werd zelfs misdienaar en mijn interesse in mijn eigen geloof groeide alhoewel ik altijd mijn twijfels behield. Mijn spiritualiteit en mijn innerlijke ontdekkingsreis werd echter zeer gestimuleerd.  Later werd hij tot priester gewijd en ik was uitgenodigd om dat bij hem te vieren.

Vader Pachom een simpele man? Hij leefde daar tot zijn dood alleen in dat klooster. Zijn klooster werd een parochie van de Russisch Orthodoxe kerk en heeft ook nu nog een paar honderd parochianen. Hij vertelde altijd dat hij nooit alleen was omdat God altijd bij hem was. Hij had weinig contacten met de dorpsbewoners maar al zijn parochianen hielden van hem. Nooit was zijn deur gesloten. Nooit waren zijn oren doof. Ik heb in mijn jonge puberjaren veel aan hem gehad. Hij stierf in 2007 en ik was hem al jaren uit het oog verloren. Maar ik zal hem nooit vergeten.

Vader Pachom. Een simpele man?

 

32. Ongeloof

Wat bezield mensen om in de naam van een geloofsovertuiging oorlog te voeren. Vaak geen gewone oorlog maar eentje die gepaard gaat met de meest verschrikkelijke vormen van geweld. De laatste tijd staan de kranten vol over de meest verschrikkelijke misdaden tegen de menselijkheid. Vrouwen worden verkracht, mannen vermoord. Kinderen worden uitgehongerd en gedwongen om mee te vechten. Onthoofdingen en executies worden op video opgenomen en op internet gezet. En dat allemaal in de naam van het geloof.

Ik kan groot respect hebben voor mensen die hun geloofsovertuiging willen uitdragen. Dat om anderen, datgene te gunnen, waaraan ze zelf zoveel steun ondervinden. Dit zolang ze het niet opdringen. Maar met het geweld dat nu gebruikt wordt?

Wat heeft dit in hemelsnaam te maken met geloof. Ik ken geen God uit welke religieuze geschriften ook, die dit allemaal wenst. Natuurlijk lees je in de Koran de Thora en in de Bijbel over het toestaan van geweld tegen mensen die de gelovigen in gevaar brengen. Maar nergens lees ik, dat er een God bestaat die deze wreedheden wil als er geen dreiging is. Of deze wreedheden begaan tegen onschuldige mensen.

Wat zijn het voor mensen die deze dingen doen. Je ziet ze op de tv altijd gemaskerd.. De gezichten zijn verborgen achter grote baarden en doeken. Je ziet ze nooit in hun eigen huis of samen met hun vrouw en kinderen. Ook hun namen zijn niet echt. Ze hebben zogenaamde nieuwe namen. Je hoort ze ook niet praten over hun geloof, en wat hun God wil. Ook zie je niet wat voor opleiding ze gedaan hebben. Of ze werk hebben of gewerkt hebben. Wie zijn hun ouders en wat vinden zij ervan? Deze “mensen”zeggen dat ze het allemaal doen in de naam van hun geloof. Maar waar geloven ze dan in. Ook dat wordt mij niet duidelijk.

Wat me wel duidelijk is dat het hun uiteindelijk allemaal gaat om macht. Zij willen aan anderen vertellen hoe hun bijbel of koran uitgelegd moet worden. Alleen zij hebben de waarheid in pacht en willen dat anderen, precies zoals zij denken en doen. Gaat het om macht of de verspreiding van hun geloof. De wreedheden die zij begaan kunnen ze alleen doen als ze er van genieten. Het leuk vinden om mensen pijn te doen. Zonder die vreugde is het onmogelijk deze wreedheden te begaan.

Ik vraag me af hoe mensen zo kunnen worden. Heeft het te maken met hun eigen onzekerheden. Hun persoonlijke ellende. Hun werkeloosheid hun uitzichtloos bestaan? Natuurlijk moet de maatschappij en wij allemaal persoonlijk, zorgen dat mensen geen uitzichtloos bestaan leiden. We moeten deze mensen ondersteunen. De hulp die ze nodig hebben moeten ze krijgen. Deze hulp krijgen ze vaak niet en de samenleving kan bikkelhard zijn. Maar is dat een excuus?

Ik vind van niet. Het spijt me. Nee het spijt me niet. Maar mensen die dergelijke dingen doen en dat alleen uit persoonlijk gewin, verdienen geen ondersteuning, maar alleen afkeuring. Ze moeten strafrechtelijk worden vervolgd.

Ze verdienen geen respect maar alleen afkeuring.

 

33. Praten over praten met

 

Er wordt zoveel gepraat. Over auto’s over geld, over de tuin, over koken en eten, over allerlei televisieprogramma’s, over kleding en allerlei andere materiële zaken.  Daar is niet zoveel mis mee. Soms is het interessant soms ook niet. Soms kun je er over meepraten en soms worden er zaken besproken waar je helemaal niets over weet te zeggen.

Een ander onderwerp waar veel over gesproken wordt is over mensen. En dan vooral over andere mensen. Over jezelf praten kun je lang niet overal, en  is ook niet zo populair. Nee vaker wordt er gesproken over mensen die niet aanwezig zijn. Dat ontaard soms in gemene roddel, soms over zorgen die men heeft over anderen.  Het is nu eenmaal voor veel mensen gewoon leuk om te doen. Het verdrijft de verveling, men heeft iets om over te praten. Als de besproken mensen dan plotseling verschijnen verstommen gesprekken. Er wordt snel van onderwerp gewisseld en men hoopt dat  het niet doorzien word.

Niet alleen wordt er gesproken over mensen in de private sfeer maar ook in de professionele sfeer. In de hulpverlening bijvoorbeeld. Maatschappelijk werkers, psychologen, artsen, en andere hulpverleners praten veel met elkaar om te bekijken welke behandeling, therapie of begeleiding het beste bij deze mensen past. Deze hulpverleners zijn zeer gemotiveerd om de belangen van deze cliënten of patiënten te vertegenwoordigen. Ze zijn overtuigd dat ze het beste weten wat goed is voor deze mensen.

Ook in de politiek wordt er veel gepraat over mensen die op de een of andere manier hulp nodig hebben. Daar moet dan beleid op gemaakt worden die door rijk en gemeente uitgevoerd moet worden. Het zijn allemaal zeer betrokken mensen die het belang van deze mensen voor ogen hebben. Deze politici hebben echter ook andere belangen. Ze hebben te maken met de beschikbare gelden. Te maken met afspraken die gemaakt zijn tussen de verschillende politiek partijen.

Maar al dat praten over mensen is dat altijd wel zinvol? Ik denk dat er veel meer met!  mensen gesproken moet worden in plaats van over! mensen. Over het algemeen weten mensen zelf heel goed wat er goed voor hen is. Mensen weten vaak precies wat ze willen en waar ze behoefte aan hebben. Al weten mensen niet precies wat voor medische mogelijkheden zijn ze weten wel waar het zou moeten eindigen en welke risico’s ze wel en niet willen lopen. Ook weten mensen precies wat voor soort hulp ze nodig hebben. Maar is dat ook besproken met die mensen(die hulpvragers)?

Ik was laatst op een bijeenkomst georganiseerd door de gemeente waar mantelzorg werd besproken. Allerlei organisaties die zich bezighouden met mantelzorg belangenbehartiging, en instellingen die te maken hebben met mantelzorgers,  waren aanwezig. Er werden casussen opgesteld en iedereen kon oplossingen aandragen. In deze casussen werd niet aangegeven welke oplossingen de mantelzorgers hadden aangedragen. Geen bewuste keuze maar omdat ze het niet wisten. Bij één casus was de mantelzorger zelf aanwezig. Hij vertelde wat de hulpvraag was en op welke manier deze hulpvraag beantwoord kon worden. Geen van de aanwezigen ging op deze wensen in. Allemaal bedachten ze andere oplossingen. Voor die mantelzorger waren dat echter geen reële oplossingen.

Er wordt veel te veel gepraat over mensen. Praat eens met mensen. Dan weet je  waar ze behoefte aan hebben. En kun je zoeken naar mogelijkheden om die te verwezenlijken.

 

Skuulertjes 34 Mevrouw

Naast onze zoon Petuël had ik er nog een mantelzorg klantje bij. Het was de moeder van een goede vriend van me die overleed.  Ze was al oud en woonde vlak bij ons in de buurt. Doordat de meeste van haar familieleden verder uit de buurt woonde hielp ik haar waar ik maar kon. Ik werd haar mantelzorger. Vanuit het Platform Mantelzorg Amsterdam is er een definitie van mantelzorg opgesteld. Deze definitie omschrijft haarscherp wat voor soort relatie ik met haar had.

Mantelzorg is zorg en ondersteuning gegeven aan een naaste (partner, ouder, kind, vriend, buur, kennis) die chronisch ziek is en/of een beperking heeft. De mantelzorger geeft langdurig, intensief en onbetaald zorg en

ondersteuning aan iemand met wie hij/zij een persoonlijke band heeft.

 

Ik had echt een persoonlijke band met haar. De relatie kwam van twee kanten. Ik verleende hulp maar zij gaf daar iets voor terug. Ze was een grote steun voor mij rond de zorgen die ik had en gaf aan onze zoon Petuël. Ook toen onze zoon overleed was ze er voor mij. Ze overleed afgelopen week. Ik had tien jaar voor haar gezorgd en zij voor mij. Ik zal de band die ik met haar had missen.

Haar overlijden raakte me dan ook. Ze was al twee maanden geleden verhuisd en ik gaf geen zorg meer aan haar. Toch mis ik die zorg nog steeds. Ik zal opnieuw mijn leven een andere invulling moeten geven. Tijdens het afscheid sprak ik de volgende woorden:

 Mevrouw O.

Ruim tien jaar geleden leerde ik  Haar kennen. Ze was de moeder van een hele goede vriend van me Robert. Ze had heel veel te stellen gehad met hem. Vaak praatte we over hem. Over de zorgen die ze om hem had. We deelden samen die zorgen. Met mij kon ze daar goed over praten. Ze zag in mij hoe het ook kan, en wenste dat haar zoon ook toe. Dat hij het uiteindelijk niet redde deed haar veel verdriet. Dat verdriet konden we bij elkaar kwijt. Ik werd een echte vertrouweling voor haar en ook voor mij betekende ze veel steun in de moeilijke periodes die wij thuis hadden met onze zoon. Ze kon goed luisteren en had overal begrip voor. Dat vond ik zo geweldig aan haar. Ze was de grote steun voor vele familieleden en overal waar ze maar kon hielp hij hen. Zo oud als ze was ze stond midden in het leven. Niets was haar vreemd en eigenlijk kon ze overal over mee praten. Nu was ze geen echte prater maar ze vertelde mij veel over haar zorgen die ze had. Ze beschouwde me als een soort praatpaal. Ze kon zo vol liefde praten over haar kinderen kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze was gelukkig met hen. Al vond ze lang niet alles even goed wat ze allemaal uitspookten, ze veroordeelde hen nooit. En zo koppig als ze was, ze  bleef altijd voor iedereen klaar staan. Ik raakte echt aan haar gehecht. Ik wilde niet Robert vervangen dat kon ook niet maar ik wilde wel een aantal van zijn taken overnemen. Taken die hij eigenlijk nooit echt vervulde. Wat een fantastisch mens was ze eigenlijk.

Dennis de dieren winkel die kattenvoer bij haar bracht, Mario de kapper, René de buurtregisseur, Marian de fysiotherapeute, De groenteman de klokkenmaker, allemaal mensen die over de vloer kwamen. Sommigen van hen zie ik nog wel eens, en altijd vragen ze hoe het met haar is. Ze was overal geliefd en iedereen liep met haar weg.

De laatste jaren ging ze lichamelijk achteruit en ik ging ook meer praktische zaken voor haar regelen. Ik haalde boodschappen, en als er wat aan de hand was dan belde ze mij. Ik was eerste contactpersoon voor de thuiszorg en als er wat tekort kwam kreeg ik dat te horen. Als het ging om medische zaken of inspraak in de praktische uitvoering van de thuiszorg dan werd dat gedaan door de kinderen en kleinkinderen. Dat hoorde niet bij mijn taken. Dat wilde ik zo, maar zij had daar begrip voor. Toen de problemen van haar toenamen, namen kinderen en kleinkinderen het gelukkig van mij over. De zorg om mijn zoon nam toe en ik had gewoon te weinig tijd om alles op me te nemen. Daar ben ik blij om. Ik voelde me verantwoordelijk en was blij die uit handen te kunnen geven.

Mevrouw O. Gek eigenlijk, we hadden zo’n goede band, en toch bleef ik haar Mevrouw noemen. Ik heb haar voornaam wel eens ooit gehoord maar het kwam niet in me op haar zo aan te spreken. Ze was een soort tweede moeder voor me geworden. Maar ik wilde nooit een zoon vervangen. Toen ook haar tweede zoon overleed viel ze in een groot gat. Moeders horen hun kinderen niet te overleven. Nog iets wat ik met haar gemeen had. Rondom het overlijden van onze zoon betekende ze een grote steun voor me.

Na een vervelende opname in het ziekenhuis en de ellende van een verblijf tussen demente bejaarden vertrok ze naar Almere. Ze kreeg daar een kamer en veel van haar spulletjes had ze daar om zich heen. Ze kreeg daar de zorg die ze nodig had en ze bloeide daar helemaal op. Ik miste haar vreselijk. Ik hoefde niet meer, de Venz grote hagelslag puur te halen en ik hoefde niet meer een tweede of derde keer naar Dirk voor de melk brood of de speciale koekjes van Verkade. De visboer miste mijn bestellingen van kibbeling  haring en spekbokking. Ze woonde te ver weg om vaak op bezoek te gaan.

Ik was op haar 99 e verjaardag en zag aan haar dat ze genoot van iedereen die kwam.  Ook dat ze blij was dat ze mij zag. Ze zal ook mij missen dacht ik bij mezelf. Ook zag ik dat ze langzaamaan op raakte. Van haar hoefde ze de 100 niet meer te halen. Toen Yvonne me Dinsdag avond belde om me te vertellen dat ze erg achteruit ging schrok ik daar niet echt van. Ik wilde woensdag nog even naar haar toe om afscheid te nemen. Dat is helaas niet meer gelukt maar ik heb een kaarsje voor haar gebrand bij Maria. Ze was niet gelovig maar ik weet zeker dat ze het op prijs gesteld had.

Mevrouw een benaming uit diep respect.

Mevrouw O. Ik zal haar missen.

 

Skuulertjes 35 Ervaringsdeskundig

Enkele maanden geleden werd er aan mij gevraagd of ik mee wilde doen aan een onderzoeksproject. Het zou een onderzoek zijn waarin onderzocht werd hoe de verstandhouding en samenwerking was, tussen mantelzorgers en de wijkzorg. Ook zou ik meewerken aan een ander onderzoek, gericht op participeren. De opzet van de onderzoeken was voor mij nieuw. Ze zouden gedaan worden door een professionele onderzoeker en een ervaringsdeskundige die dan mensen zouden gaan interviewen. Nu had ik de afgelopen tien jaar mijn zoon verzorgd die een dodelijke spierziekte had. Hij is overleden eind november 2014. Ook ben ik al jaren secretaris van de landelijke spierziekte vereniging. Dus ik beschouwde mezelf best wel als een ervaringsdeskundige. Ik wist precies wat wij allemaal nodig hadden om onze zoon goed te kunnen verzorgen. Ook door de contacten met leden van de spierziekte vereniging kende ik veel ervaringen van mantelzorgers.

Ik zegde toe. Ik vond het een uitdaging. Door mijn werk als maatschappelijk werker had ik wel enige ervaring in het interviewen, dus het leek me leuk. In de interviews hoorde ik veel herkenbare verhalen. Ik vertelde vaak dat ik het begreep en bewees dat door regelmatig iets over mijn eigen ervaringen te vertellen. Hierdoor waren mensen vaak erg open. Ze vertelden soms meer dan ze eigenlijk van plan waren. Ze vonden het fijn dat er iemand was die wist waar ze het over hadden. Dat waren ze niet gewend. Ze moesten soms met mensen van de praten die er eigenlijk helemaal niets van begrepen. Nu is dat ook moeilijk. Sommige dingen moet je mee gemaakt hebben om te kunnen begrijpen. Ook al doen mensen nog zo hun best, echt begrijpen doen alleen de mensen die het zelf mee gemaakt hebben. De interviews waren dan ook vaak verhelderend.

Toen we zo’n beetje de helft van de interviews hadden gedaan moest er een soort samenvatting van worden gemaakt. Het onderzoek moest immers ooit afgesloten worden, en langzaam aan moest er meer duidelijkheid komen, over de resultaten en de eventuele adviezen die daaruit tevoorschijn moesten komen. Ik bemerkte hierbij mijn gebrek aan kennis en ervaring. Ik vond het heel moeilijk uit al die interviews een soort overeenkomsten te halen. Laat staan gerichte adviezen. Hier kwam de deskundigheid van de onderzoekster gelukkig goed van pas. Ieder heeft zo zijn haar expertise.

Ik zit me vaak dood te ergeren aan allerlei ambtenaren en zogenaamde professionals die over mij, of anderen, moeten beslissen, over de soort hulp die ze moeten krijgen. Ik verwijt hun vaak gebrek aan kennis en ervaring. Afgezien van alle bezuinigingen nemen ze vaak onvolledige of foute beslissingen. Ik zou dat veel beter kunnen. Alhoewel?

Maar ik loop tegen een probleem aan. Ik heb niet de kennis en ervaring om alle regels en bepalingen op een goede manier uit te voeren. Ik weet dan wel precies wat mensen nodig hebben maar hoe ze dat dan ook daadwerkelijk kunnen krijgen is een heel ander verhaal. Er zit dus een groot gat tussen kennis en ervaring. Eigenlijk zouden de professionals over dezelfde kennis moeten beschikken als ik, en ook omgekeerd, ik zou alle regels en bepalingen moeten kennen.

Jammer genoeg zijn mensen afhankelijk van de regels en bepalingen. De mensen die ze moeten uitvoeren zijn de mensen die het voor het zeggen hebben. Eigenlijk gek. Er wordt gekeken naar de regels. Er zou eerst gekeken moeten worden naar wat mensen nodig hebben en dan daar de regels bij zoeken om het uit te kunnen voeren, in plaats van andersom.

Regels zijn natuurlijk belangrijk. Het schept duidelijkheid en geeft structuur. Maar regels zijn er gemaakt om het makkelijker te maken om mensen die ondersteuning te geven die ze nodig hebben. En dan op zo’n manier dat het de samenleving zo min mogelijk belast. Centraal moet echter de mens staan. En niet de financiële gevolgen. Regels zijn bovendien niet altijd even duidelijk. Hierdoor is er ruimte voor interpretatie. Deze ruimte moeten de hulpverleners gebruiken om te zorgen dat de regels gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn. Voor de mensen.

Door mijn ervaringen als co onderzoeker heb ik de voordelen gezien van die combinatie, ervaring en kennis. Eigenlijk zouden de bewindsvoerders over een combinatie van ervaring en kennis moeten beschikken. Dus:

De minister van onderwijs moet schoolgaande kinderen hebben en zelf als onderwijzer of leraar voor de klas hebben gestaan. De minister van defensie moet in een oorlogsgebied hebben gewoond. De minister van gezondheid moet zelf een ernstige aandoening hebben overleefd. De minister van sport moet een sport carrière hebben gehad. De minister van sociale zaken moet in de schuldsanering hebben gezeten. De minister van algemene zaken zou eigenlijk alles moeten gehad hebben of nog steeds hebben. De premier moet een hele familie hebben die als deze ellende meemaakt. Enzovoort.

Natuurlijk zijn dit geen realistische wensen maar toch. Het zou mooi zijn als bewindsvoerders en de uitvoerders zouden beschikken over meer persoonlijke ervaring. Ze zouden meer moeten kunnen invoelen. Niet alleen sympathiek staan ten opzichte van de mensen die ze helpen maar ook beschikken over een zekere mate van Empathie. Dat zou de mensen die van hen afhankelijk zijn ten goede komen. Een combinatie van een ervaringdeskundige en een professional zou zo meer maatwerk gedaan kunnen worden. Ook goedkoper want er wordt meer gerichte zorg en aandacht gegeven. Ook misbruik kan zo aangepakt worden want ook dat wat er niet nodig is kan worden vermeden.

 

 Skuulertjes 36 All  en Aut

Weg met Allochtoon en Autochtoon

De wetenschapsraad heeft geadviseerd (nog niet officieel) om het gebruik van de woorden autochtoon en allochtoon af te schaffen. Ik ben het daar mee eens.

Mensen worden steeds vaker in hokjes geplaatst. Dit om mensen in groepen in te delen zodat er per groep een behandeling, een benadering gezocht kan worden of een beleid op worden ontwikkeld. Maar naar mijn mening is lang niet iedereen in een groep te plaatsen. Ieder mens verdient een persoonlijke individuele benadering. Natuurlijk zijn er overeenkomsten tussen mensen. Maar dat neemt niet weg dat ook ieder mens een individu is. Niet iedere Turk of Marokkaan spreekt slecht Nederlands of is niet goed opgeleid. Niet iedere oudere is slecht ter been of vereenzaamd. Zo kan ik wel even door gaan.

Al in 1989 had ik een enorme aanvaring met de beoordelaars van mijn scriptie op de HBO opleiding maatschappelijk werk. Mijn scriptie ging over de gevolgen van de verlaging van de meerderjarigheid van 21 naar 18. Ik stelde dat er veel jongeren daardoor buiten de boot zouden vallen omdat zij niet meer in aanmerking zouden komen voor begeleiding vanuit de jeugdzorg. Zij zouden ook niet echt bij de gewone volwassen hulpverlening passen. Ik maakte duidelijk dat dit zou gelden voor alle jongeren ongeacht ras, geloof, of afkomst. Ik benoemde de problematiek van de verlaging van de meerderjarigheid, die op álle jongeren toepasbaar was. Ik werd verplicht om op zijn minst twee hoofdstukken toe te voegen waarin ik de specifieke kenmerken en problematiek beschreef die allochtonen jongeren hebben. Ik stelde dat het niet hoefde omdat de hulpverlening zich moest richten op ieder individueel mens met de eigen problematiek en dat ook eigenschappen die specifiek voor verschillende culturen zijn daarin meegenomen moeten worden. De discussie verloor ik en ik voegde met veel fantasie en gerommel twee hoofdstukken toe. Met de hakken over de sloot slaagde ik.

In deze steeds ingewikkelder worden maatschappij is de hulpverlening geneigd mensen zoveel mogelijk in groepen in te delen, en daar gespecialiseerde deskundigen op te zetten. Vrouwen, mannen, allochtonen, ouderen jongeren noem ze maar op. Iedere groep vereist een specifieke deskundigheid maar daarbij mag de individuele eigenschappen van een mens niet worden vergeten.

Het zou ook bijdragen aan de integratie. Het zou voor Marokkanen, Turken, Surinamers, Migranten en asielzoekers noem maar op, beter zijn als ze als gewone Nederlanders beschouwd worden. Ze kunnen dan net als alle andere Nederlanders behandeld worden. Net als andere kwetsbare Nederlanders gesteund worden. Dezelfde straffen, dezelfde maatregelen. Ze kunnen zich ook niet meer achter hun zogenaamde “anders”zijn verschuilen.”Anders”zijn is nooit een excuus om zich niet te gedragen volgens de Nederlandse wetten, normen en waarden. Net zoals gewone autochtonen Nederlanders kunnen ze hun eigen identiteit behouden. En hebben ze net als iedereen recht op vrije meningsuiting, geloof, geaardheid, politieke overtuiging.

Misschien moeten we nog een andere hokjes groep afschaffen. Die van mannen en vrouwen. Laten we stoppen daar onderscheid in te maken. We zijn dan ook af van de geaardheid. Mensen doen het dan met mensen wat kun je daar op tegen hebben.

Te vaak wordt vergeten dat ieder individu anders is. Ieder individu hoort op zijn uniek zijn, aangesproken en behandeld te worden. Of je nu een andere kleur, ras, geloofsovertuiging, geaardheid hebt. Ze hebben een ding gemeenschappelijk. Ze zijn allemaal MENS.

 

 

 Skuulertjes 37  fietsongeluk en Gemeentelijke zorg?

Op 8 juni even  over12 fietste ik op de Sarphatistraat tussen de Wibautstraat en de Amstel toen ik plotseling uit mijn linker ooghoek een grote vrachtauto op me af zag komen. De vrachtauto kwam steeds dichter bij. Ik schreeuwde en keek omhoog. Ik zag niemand in de bestuurscabine zitten en ik kon geen kant op. Aan de rechterkant stonden allemaal fietsen op de stoep daar kon ik niet langs. Links kwam de vrachtauto. Ik kon niets anders meer doen dan voor de vrachtauto langs links de straat op te duiken. De vrachtauto reed over mijn fiets heen rakelings langs me heen. Hij nam ook nog een hele rij fietsen die langs de kant stonden mee. Ik zag de chauffeur achter de vrachtauto aan komen rennen. “ik had hem op de rem gezet”schreeuwde hij nog. De rem moet zijn los geschoten, ik kon er niet meer inspringen vertelde hij. Ik was me dood geschrokken. Ik stond trillend op mijn benen naar mijn fiets te kijken die helemaal dubbelgevouwen onder de vrachtauto lag. Het was een vrachtauto van de gemeente Amsterdam. Een glas bak zogezegd. Een paar omstanders vingen me min of meer op. Jij hebt echt een engeltje op jouw schouder gehad vertelde er eentje.

Wat wezenloos stond ik er bij. Even later kwam er een ambtenaar van de gemeente langs die de schade zou afhandelen. Hij was door de chauffeur gebeld. Ik kreeg nauwelijks aandacht want die ambtenaar keek alleen maar naar de vrachtauto en de schade die aan de vele fietsen die langs de kant stonden. Even later vroeg hij aan mij of hij mijn fiets onder de vrachtauto vandaan kon halen. Aldus geschiedde. Ik dacht aan mijn flessen alcohol vrij bier die ik gehaald had. Het waren er acht. Zes hadden het wonderbaarlijk genoeg overleefd. Mijn fiets was total loss. Als ik er nog opgezeten had was ik hartstikke dood geweest.

De ambtenaar vulde een verzekeringspapier in. Hij gaf me een exemplaar. Ik bekeek ze maar wist niet wat ik aan het lezen was. Ik was nog half in shock maar zag wel dat ze niet ondertekend waren. Dat gebeurde alsnog en ik vroeg of ik de naam en telefoonnummer van de ambtenaar mocht hebben. Na enig getreuzel werd op aandringen van mij toch een visitekaartje overhandigd. Ik wist niet hoe ik naar huis moest komen. Tot mijn blijheid bood de ambtenaar me aan me thuis te brengen. Ik nam de flesjes in een tasje mee. Ik bedacht me dat ik niet wist wat er met mijn fiets moest gebeuren. Deze wordt door de gemeente afgevoerd kreeg ik te horen. Hoe ik er bij kwam weet ik niet maar ik bedacht me dat ik dan in ieder geval mijn hangslot en de fietstassen er af kon halen. Dat deed ik en de ambtenaar nam me mee naar zijn auto en bracht me thuis. Nog natrillend belde ik onderweg nog even de tandarts op dat ik niet kon komen door het ongeluk. Thuis aangekomen nam ik geen borrel maar een koud glas alcoholvrij bier.

De daarop volgende dagen bedacht ik me dat ik gelukkig een naam van de ambtenaar had en dat ik kon bellen als ik niets hoorde. Bij de gemeente zouden ze wel zoiets goed afhandelen dacht ik naïef.

Toen ik na twee weken nog steeds niets gehoord had belde ik de verzekeringsmaatschappij wiens naam op het schadeformulier stond. Ze vertelden me dat ze nog geen officiële schade papieren van mij en de gemeente ontvangen hadden. Ze hadden al wel een flink aantal aangiftes binnen gehad van andere fietseigenaren. Wist ik veel dat ik dat schadeformulier ook moest invullen en naar hen opsturen. De man gaf mijn zijn directe telefoonnummer. Altijd handig dacht ik nog. Ik scande de  schademelding hem, en mailde het door. Ik vroeg nog wel om een leesbevestiging.  Ook belde ik de ambtenaar. Hij vertelde dat hij niet wist dat de formulieren nog niet opgestuurd waren. Gek zou hij dat niet zelf doen? Maar goed.

Na twee weken had ik nog steeds niets gehoord. Ik belde weer de  verzekeringsmaatschappij. Ze vertelden dat ze alles binnen hadden maar ze wilden van mij nog de rekening van de fiets. Ik had 600,- euro opgegeven. Het was een hele goede fiets met schijfremmen voor en achter en zes versnellingen. Dat kostte hij nieuw. Een bonnetje had ik niet want ik kocht hem van een vriend van me. De verzekeringsman deed moeilijk. Ik vertelde dat er getuigen bij waren (noemde de naam van de ambtenaar) maar dat hielp niet. Heb je dan een foto vroeg hij nog. Dat had ik ook niet. Ik vertelde dat ik bijna dood was geweest en vond dat ik wel enige consideratie verdiend had. Ook had ik de afgelopen weken gebruik meten maken van het openbaar vervoer. Dat wilde ik ook graag vergoed hebben. Hij zou het gaan overleggen intern. Ik hing op en sprak af dat als ik binnen twee weken niets gehoord had ik terug zou bellen.

Na twee weken belde ik nog maar eens. De verzekeringsman stelde een bedrag van 110,- euro voor. Ik werd nu echt pissig. Ik kon voor dat bedrag makkelijk een tweede hands fiets kopen vond de man. Ik legde uit dat een vergelijkbare fiets minstens 300,- kostte. Ik zal het overleggen kreeg ik als antwoord. Ik zou van hem horen.

Na twee weken belde ik nog maar eens. Hij bood 200,- euro. Ik vond dat veel te weinig en de vervoerskosten dan, vroeg ik nog. Ik ga weer overleggen je hoort uiterlijk maandag van me. (het was donderdag). Maandag hoorde ik nog steeds niet en belde dinsdag maar weer.

De verzekering ging akkoord met 300,- . Ik besloot maar toe te geven. Dit duurde allemaal veel te lang en dat er meer in zat geloofde ik niet meer. De 300,- werd dezelfde week over gemaakt.

Al met al had het twee maanden geduurd. Ik vind het nog steeds raar. Geen enkele verontschuldiging, Geen bosje bloemen en een magere schadevergoeding. Van de gemeente had ik anders verwacht.

Dit is dus hoe een burger behandeld word. Nou ja ik had niet anders kunnen verwachten. Als er al sprake is van schuld en boete dan gaat dat in ieder geval niet op voor de gemeente.

Als ik op de fiets zit dan kijk ik nog beter uit dan voorheen. Ik let speciaal op gemeentelijke voertuigen.

38 Rome

 

 

Skuulertjes 38 Rome

Een stad die je eens in je leven eens bezocht moet hebben. We waren die vrijdag 35 jaar bij elkaar en het leek ons een mooie gelegenheid om dat te vieren in Rome.

Ik had verwacht dat ik in de vele kerken en kathedralen iets van spiritualiteit zou vinden. Dat bleek wel wat tegen te vallen. Natuurlijk waren de vele kerken en kathedralen die we bezochten( een kleine 50 hebben we zeker gezien)prachtig. Het was echt een blik in het rijke Roomse leven. Ongelooflijk veel marmer, goud, zilver, koper en schilderkunst. En groot. Alles was groot. Enorme monumentale panden met grote zuilen en bogen profileerden de basilieken en kerken. En binnen enorme schilderijen, wandtapijten en marmeren beelden van heiligen en “belangrijke” sponsors. Als ik al die mensen die in de kerken rondliepen om te fotograferen, te bidden en toeristische bezigheden beoefenden weg dacht, dan voelde ik me zo klein. Geheel onder de indruk van de enorme ruimtes.

En wat me ook opviel waren de vele priesters, monniken, lekenbroeders, en priesters in opleiding, die er rondliepen. Als je dat wilde kon je overal een priester te spreken krijgen of te biecht gaan. Overal zag je er mensen die aan het bidden waren, al waren het hoofdzakelijk toeristen die foto’s en films aan het maken waren. Dit gebeurde ook als er  een mis was. Wij probeerden er ook kaarsjes aan te steken maar dat lukte eigenlijk nergens. Er waren nepkaarsen op elektrische standaarden die gingen branden als je munten in het offerblok stopte. Natuurlijk wel begrijpelijk want al die walm van de kaarsen zouden de schilderijen en wandtapijten beschadigen. Maar het haalde wel wat van de spiritualiteit en sfeer weg.

Er stonden slechts voorin bij het altaar vaak wat banken maar de rest was leeg. Er konden wel duizenden mensen tegelijk in zo’n kerk. Zouden er echt ook zoveel binnen geweest zijn in de 16e eeuw? Sommige schilderijen en kerkkunst waren zichtbaar verwaarloosd en onder het roet en vuil. In andere kerken waren deze gerestaureerd, en hadden nog (weer) de kleuren van eeuwen geleden. Zoveel rijkdom. Zouden de mensen van toen het ook zo goed gehad hebben? Als ik lees over die zogenaamde gouden eeuwen en de periodes van rijkdom van de katholieke kerk, dan lees ik ook over de enorme armoede. Ik lees over de enorme tegenstellingen tussen rijk en arm. Ik lees over de corruptie, en de macht van de kerk. Nee, al die weelde, overdaad en rijkdom moet ergens vandaan gekomen zijn.

Natuurlijk realiseer ik me dat al die rijkdom niet in geld uitgedrukt kan worden. De priesters van nu hebben het echt niet zo breed. De kunstschatten kunnen niet zo maar verkocht worden om de armen  te voeden en onder dak te brengen. Die schatten zijn belangrijk als cultureel erfgoed. Het is dan ook belangrijk dat al deze kunstschatten voor het publiek toegankelijk zijn. Maar niet alles is beschikbaar. Wat ligt er allemaal in de kluizen van het Vaticaan? Wat voor rijkdom is nog verborgen?

Ik had me voorgesteld dat de spiritualiteit in Rome groot zou zijn. De stilte van de kerken, de mystiek, de ingetogenheid. Maar wat ik zag en voelde was het rumoer, de herrie soms, en de overdaad.

En dan de tegenstellingen in de stad zelf.  Overal in de stad liepen verslaafden, zowel drugs als alcohol. De mensen zagen er slecht, vuil en vooral wanhopig uit.Ze bedelden of lagen gewoon aan de kant van de weg en trottoirs, al dan niet op een stuk karton, omwikkeld met een deken of ingerold in een slaapzak. Was er dan nergens opvang voor deze mensen? Bekommerde zich dan niemand om deze mensen? Bij een van de basilieken stond een kraampje, en ik werd door een van de mensen die er bij stonden, aangesproken. Ze waren geld en handtekeningen aan het ophalen voor een opvanghuis en verslavingskliniek. Ik vertelde dat ik zelf ooit verslaafd was en vroeg me af of er dan in heel Rome en Italië geen goede verslavingszorg was. Ze vertelden dat in Italië er niet veel was, en het weinige dat er was, bestond alleen dankzij inzamelingsacties. Ik verwonderde me over de enorme tegenstellingen. De welvaart van de kerken en de armoede op straat.  Waarom boden deze kerken die zo groot waren, hen  niet onderdak aan deze mensen. In Nederland gebeurt dat ook kijk maar naar de Pauluskerk in Rotterdam. Nee van enige spiritualiteit, naastenliefde, christelijke waarden merkte ik niet veel.

Of ik er nog een keer heen zal gaan? Ik denk het niet. Daarvoor was het me te druk, en datgene wat ik er dacht te zoeken, heb ik er niet gevonden.

Ik ben blij dat de huidige Paus zich niet “bezondigd” aan al die weelde en een klein appartementje bewoond.

Rome een prachtige indrukwekkende stad. Iets wat op je bucketlist staat. Ik kan dat nu wegstrepen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe reacties